Hoe sloop je jezelf in één weekend?

Vorig jaar deed ik voor de eerste keer mee aan de Leiden Ladies Run, waar ik vijf kilometer liep. Zo’n evenement met alleen maar vrouwen, dat is op zich niets voor mij. Tenminste, dat dacht ik van te voren. Die Leiden Ladies Run is echt ontzettend leuk. Niet vanwege het feit dat er alleen vrouwen aan mee doen, maar meer vanwege het parcours. De route is zowel mooi als uitdagend, met name door de bruggetjes die erin verwerkt zijn. Verder vind ik het nogal onzin dat er steeds meer vrouwenevenementen zijn, maar blijkbaar voorziet het toch in een behoefte, want het was er waanzinnig druk. Omdat ik het vorig jaar zo leuk vond, schreef ik me dit jaar ook weer in.

Een lastige bijkomstigheid is wel, dat de Vlietloop, een jaarlijks terug kerende loop in mijn eigen dorp, altijd in hetzelfde weekend valt. De Ladies Run op vrijdag en de Vlietloop op zondag. Vorig jaar zou ik bij de Vlietloop de tien kilometer gaan hollen, maar uiteindelijk ben ik weer eens afgehaakt en liep ik de vijf. Een vriend van me maakte toen de grap dat hij natuurlijk ernstig teleurgesteld in me was en dat ik in 2016 met hem wél de tien zou gaan lopen. Zo gezegd, zo gedaan.

Zoals ik in een vorige blog al beschreef, schud ik tien kilometer hardlopen niet uit mijn mouw. Vijf kilometer lukt me altijd wel, zelfs als ik ongetraind ben. Maar tien, dat is een ander verhaal. Daar moet ik keihard voor trainen. Half juni heb ik daarom het hardlopen weer opgepakt en heb ik tot en met eind augustus gemiddeld twee keer per week gelopen. Niet met allerlei ingewikkelde trainingsschema’s en zonder hartslagmeter. Ik loop op gevoel. Af en toe tijdens het lopen op Strava kijken wat mijn tempo is, is voor mij genoeg. Wel heb ik kortere trainingsrondjes ingelast, waarbij ik probeerde een hoger tempo te lopen. Dat lukte aardig. Bovendien heb ik een paar keer acht tot tien kilometer hardgelopen.

Sparkle 100%

Afgelopen vrijdagavond was het dus zover, tijd om vijf kilometer te gaan rennen. De organisatie was goed, de sfeer geweldig. De warming up had ik al gehad door op de fiets naar Leiden te gaan. Opvallend verschil met andere evenementen is dat er bij een evenement met alleen maar vrouwen nogal veel gekletst wordt. Dat is natuurlijk leuk als je samen met iemand loopt, maar ik was alleen. Geen bekenden gezien, niet bij de lopers en niet bij de toeschouwers. Hoewel ik dat best jammer vond, heb ik die emotie geparkeerd en snel mijn muziek aangezet. Lekker in mijn ei, geen geklets aan mijn hoofd en focussen. Het ging goed, ik merkte dat ik beter was geworden. Op sommige punten had ik sneller gekund, maar was het pad soms zo smal en liepen er drie of vier dames naast elkaar, waardoor inhalen lastig was. Bovendien wilde ik niet 100% geven, omdat ik zondag nog tien kilometer moest lopen. Achteraf was ik tevreden met mijn tijd en ging ik voldaan naar huis.

In de nacht van zaterdag op zondag sliep ik slecht. Ik was nerveus. Ik wist dat het zwaar zou gaan worden. Je weet ook van te voren op welk punt je benen gaan verzuren en ook dat je dan nog lang niet bij de finish bent. Dat werd dus tegen heug en meug ontbijten, goed drinken en nog maar een keer plassen. Eenmaal aangekomen op de Voorstraat zag ik al snel bekenden en verliet de grootste spanning mijn lichaam. Nog even kort mediteren, focussen en sterk denken aan het feit dat je dit kunt, omdat je ervoor getraind hebt en mentaal sterk bent.

img_0242Tussen alle mannen en een kleinere groep vrouwen bij de start wist ik dat ik extra moest opletten dat ik niet mee zou gaan met hun tempo. Toch liep ik de eerste kilometer weer sneller dan ik wilde. Dat blijft een leerpunt voor me en vind ik lastig in een grote groep.
De eerste zes kilometer ging het hartstikke goed, ik was verbaasd over hoe goed mijn benen voelden. Zoals verwacht kreeg ik het zwaar bij zeven kilometer. Een bekertje water en een sportgelletje hielpen gelukkig.
Eenmaal bij de finish werd ik onthaald door vrienden en familie en dat is zo mooi als je in je eigen dorp loopt. Vrienden van me schreeuwden me over de finishlijn en toen kwam de ontlading. Super trots was ik op mezelf. Ik had het geflikt!

img_0244

Dat trotse gevoel heb ik nog steeds trouwens. Maar het gevoel dat nu toch vooral overheerst is intense vermoeidheid. Maandag voelde ik me nog verrassend energiek, maar vandaag kwam de spreekwoordelijke man met de hamer langs. Vannacht sliep ik slecht, er zat een gekke onrust in mijn lijf. Mijn benen voelen prima, het is mijn gehele lijf dat moe voelt. Gesloopt dus.
Ik geef er maar even aan toe, het was het meer dan waard…

Just do it…

Een haat-liefde verhouding heb ik ermee: hardlopen. Ik vind het hartstikke leuk om te doen, maar echt makkelijk wordt het op de een of andere manier nooit. Ik vind het altijd zwaar en toch stop ik er niet mee, juist om dieIMG_9721 reden. Ik moet toegeven dat ik dat afzien wel lekker vind. Het geeft een kick.

Een jaar of vier geleden begon ik met hardlopen. Op een regenachtige zaterdagmorgen in het najaar wilde ik beginnen. De vrijdag ervoor had ik in de kroeg gezeten en helaas drink ik dan nooit spa rood. Maar goed, afspraak is afspraak, ook al was deze met mezelf. Ik zou zaterdag gaan starten. Niet afhaken dus, maar dat bier eruit lopen.

Ik dacht altijd dat ik hardlopen niet leuk zou vinden. Geen idee waar ik die gedachte op baseerde. Nu ik een paar jaar verder ben denk ik dat het destijds de angst voor het onbekende was. Weten dat het zwaar zou worden, denken dat ik het niet zou kunnen. Je hebt geen hulpmiddel, alleen je eigen lijf en je benen die je verder moeten brengen. Destijds deed ik vooral dingen die ik kon, ik trad nooit buiten het veilige gebied. De afgelopen jaren ben ik regelmatig uit mijn comfort zone gestapt en dat maakt het leven zoveel interessanter. Je ontdekt nieuwe dingen en je blijkt veel meer te kunnen dan je ooit voor mogelijk hield.

Tijdens mijn allereerste rondje hardlopen bleek al snel dat ik het dus wél leuk vond! Muziek in mijn oren en de Nike-app op mijn telefoon aan, zodat ik tijdens het lopen kon zien hoe ver ik was en hoe snel ik liep. Nou ja, snel? Dat was het toen nog niet bepaald en ook nu ben ik nog geen snelheidsduivel. Ook bleek dat ik zo’n drie kilometer aaneengesloten kon hollen, wat mij nogal verbaasde. Al die spinninglessen in de sportschool hadden mij duidelijk een redelijke basisconditie gegeven. Dat gaf de burger moed.

Op het moment dat ik ook met wielrennen begon, werd de combinatie met hardlopen lastiger. Je hoort mensen vaak zeggen dat die twee sporten niet te combineren zijn, met name omdat je je spieren heel anders gebruikt. Eigenwijs als ik ben, doe ik het toch gewoon allebei. Ik vind hardlopen en fietsen nu eenmaal allebei leuk om te doen en bovendien is hardlopen een uitkomst in periodes waarin je minder tijd hebt. Fietsen kost veel tijd, wat ik soms een nadeel vind.

Hardlopen deed ik aanvankelijk vooral in de herfst en de winter, maar sinds mijn eerste deelname aan de Vlietloop, die altijd begin september in Voorschoten plaatsvindt, loop ik ook in de zomer. Als je begin september aan zo’n run wil meedoen, zul je toch echt moeten trainen in de zomer. Tenminste, zo werkt het voor mij. Een 5 kilometer kan ik nog wel ongetraind doen, maar een 10 kilometer is andere koek. Daar moet ik keihard voor trainen.

Hardlopen op vakantie dus. Sommige mensen zullen dat wellicht raar vinden, maar voor mij is het een feestje. De afstanden die ik loop zijn kleiner, maar de omstandigheden maken het uitdagend en zwaar. Dit jaar op Samos voelde het overdag aan als dik 40 graden. Hardlopen in die hitte is niet verstandig, dus zette ik de wekker om 6.30 uur, dan was het meestal rond de 25 graden. Even een espresso op ons terras en hobbelen maar.

Samos is nogal heuvelachtig en dat is dus pittig lopen. Aaneengesloten 3 kilometer hardlopen lukt me daar nooit. Ik stop af en toe, kom op adem en ga dan weer verder. Ik geniet van die rondjes. ’s Morgens vroeg tussen de olijfbomen door rennen en daarna langs de zee, waar alle winkels en restaurants ontwaken en de eigenaren hun stoepen schoonspuiten. Dat is op en top vakantie voor mij! De rest van de dag lig ik op het strand of bij het zwembad, dus die hardlooprondjes zijn zeer welkom ter compensatie van die intense luiheid.

Zondag 4 september aanstaande is het D-Day. Dan ga ik voor het eerst bij de Vlietloop de 10 kilometer lopen. Doel is deze afstand onder de 65 minuten te lopen en zoals mijn training nu gaat, lijkt dat haalbaar. Ik heb er veel zin in, vaak staat er veel publiek langs de kant en zijn er bekenden die komen kijken. Dat helpt altijd, dus wees welkom! (4 september 2016 12.00 uur)

Terug naar de realiteit…

13939470_1213580202027505_3578964013216748249_nHet is weer voorbij.  Zes weken lang geen broodtrommels klaar maken, geen hockey, geen stress. Hoewel ik niet (zoals mijn kinderen) zes weken vakantie heb gehad, voelde het vanmorgen wel zo. Het werkende leven is weer begonnen.

Elk jaar lijkt de zomervakantie aan het begin zo verschrikkelijk lang en elk jaar is daar dan toch ‘opeens’ weer die eerste schooldag. Alsof die zes weken amper hebben plaats gevonden.

We gingen dit jaar pas heel laat op vakantie. Dat doen we bewust, zodat de kinderen al wat uitgerust zijn op het moment dat we vertrekken. Dat maakt de vakantie namelijk een stuk gezelliger. Begin augustus vetrokken we naar ons favoriete Griekse eiland Samos. Remko en ik zijn er al vaak geweest en de kinderen vonden het vorig jaar zo fijn daar, dat ze heel graag terug wilden.

Het moment dat ik op Samos uit het vliegtuig stap en naar het luchthavengebouw loop vind ik altijd het meest bijzonder. De warmte op je huid en de geur van het eiland, dat geeft me zo’n ontzettend gelukzalig gevoel. Twee weken genieten van het niets doen, luieren, lezen, beetje hardlopen, bijpraten en vooral tijd met mijn gezin doorbrengen. Dat is vakantie voor mij.

Hoewel ik nog een fikse keelontsteking had een paar dagen voor vertrek, was dit nagenoeg voorbij toen we op vakantie gingen. Lang leve de antibioticumkuur! Helemaal fit was ik nog niet. Ik mocht niet in de zon en geen alcohol, waar ik me overigens heel braaf aan heb gehouden. Uiteindelijk heb ik er op vakantie geen enkele last van gehad. Toen ik het weekend voor vertrek nog met ruim 40 graden koorts in bed lag, had ik me dat niet kunnen voorstellen.

Mijn broer en schoonzus gingen dit keer ook mee naar Samos, na jarenlang van ons te 13903160_1209898949062297_4206691725532645404_nhebben gehoord dat ze toch echt eens mee moesten. Ook waren vrienden van ons er met hun kinderen. Een en al gezelligheid dus en zowel de kinderen als de volwassenen hadden het heel leuk met elkaar.
We hebben een dag een auto gehuurd om naar de watervallen bij Potami te gaan en we zijn een dag gaan varen. De boottrip was iets dat ik in al die jaren dat ik op Samos kom, nog nooit had gedaan. Met een gevoelstemperatuur van dik 40 graden was het zeer aangenaam op het water. De boot ging twee keer voor anker en dan kon je eraf springen en snorkelen. Waar de kinderen zonder enige aarzeling van het hoogste dek het warme, azuurblauwe water in sprongen, moest ik wel even iets overwinnen. Uiteindelijk ben ik blij dat ik de sprong ook heb gewaagd. Heerlijk was het!

13938558_1208913952494130_3554528755266581553_nTwee weken volop genieten voelden voor mij aan als drie weken. Dat gevoel heb ik gelukkig altijd op vakantie. Dinsdagavond laat kwamen we terug en de rest van de week was ik nog lekker vrij. Vandaag ben ik weer aan het werk gegaan. Voor het eerst kost het me moeite om om te schakelen. Ik wil gewoon nog niet terug in het ritme. Al het geregel en de volle agenda, ik wil het niet. Ik wil in de warmte op slippers lopen, ik wil frappe drinken op het strand en al die boeken lezen die nog op mijn e-reader staan.

Maar goed, ook ik moet terug naar de realiteit. Mijn werkdag vandaag was fijn, dat moet ik toegeven. Het was super druk en ik heb hard gewerkt. Dat geeft toch ook wel weer een fijn gevoel. Met weemoed denk ik terug aan de afgelopen weken.

Gelukkig hebben we de foto’s nog…

Leven op één been…

IMG_9199Afgelopen woensdag kregen we bezoek van Roos Koole. Roos is fotograaf en doet momenteel een persoonlijk project over mensen die een beenprothese dragen. Roos is beroepsfotograaf en doet af en toe naast haar reguliere werk een project over een onderwerp waarvan zij denkt dat het goed is als er meer aandacht voor komt. We hebben Roos een paar maanden geleden ontmoet bij OIM Orthopedie, toen mijn zoon Willem en ik daar waren voor het passen van zijn nieuwe prothese.

Tijdens ons bezoek aan OIM Orthopedie heeft Roos al met Willem en mij gepraat over de reden waarom hij een prothese draagt en hoe dat voor hem is. Ook heeft ze toen prachtige foto’s gemaakt. Een tijdje geleden kreeg ik een mail van Roos, waarin ze me vroeg of ze een keer bij ons thuis langs mocht komen. Ze wilde voor haar project graag verder praten met ons en nog meer foto’s maken. Bovendien wilde ze Willem graag in zijn dagelijkse omgeving zien.

IMG_9204Op de heetste dag van het jaar stond Roos dus bij ons op de stoep met een koffer vol camera’s, lenzen en microfoontjes, wat bij de kinderen zeer tot de verbeelding sprak. De camera werd op ons zonnige terras op een statief geplaatst en Roos legde aan Willem en Ellemijn uit hoe de camera en de microfoon werken. Vervolgens kreeg Willem een microfoontje aan zijn t-shirt bevestigd, wat hij reuze interessant vond, ‘net als bij de televisie!’.

Daarna werd Willem door Roos zeer uitgebreid geïnterviewd. Het ging aanvankelijk eigenlijk niet zo veel over zijn prothese, maar veel meer over zijn leven: waar hij op school zit, wie zijn vrienden zijn en wat hij met hen doet, welke sport hij beoefent en wat voor hobby’s hij heeft.

Het was apart om te merken dat ik mijn zoon heel goed denk te kennen, maar dat hij nu toch dingen vertelde die ik niet wist. Met name het feit dat hij naar eigen zeggen wel 2000 vragen over zijn been heeft gekregen van andere kinderen én blikken. De zucht waarmee hij die woorden uitsprak en het gezicht dat hij erbij trok, sprak boekdelen.

IMG_9206Na het interview met Willem heb ik zelf ook nog uitgebreid met Roos gesproken. Het was mooi en bijzonder met iemand te praten, die zó oprecht geïnteresseerd is en heel goed luistert. Om op bepaalde vragen antwoord te geven moest ik erg graven in mijn geheugen. Sommige herinneringen raken blijkbaar door het dagelijks leven op de achtergrond, eigenlijk heel mooi hoe dat werkt. Het leven gaat tenslotte door, ondanks de verdrietige tijd tijdens de zwangerschap, de periode voorafgaand aan de amputatie van Willem’s voetje en de fase die daarna volgde.

IMG_9207Na mij was Ellemijn aan de beurt. Het was voor haar erg leuk hier ook bij betrokken te worden en Roos had van mij gehoord dat ze onlangs haar spreekbeurt over de prothese van haar broertje had gehouden, dus dat was een goed aanknopingspunt voor een gesprek.

Tot slot heeft Roos nog de nodige foto’s gemaakt en na twee en half uur was deze bijzondere ontmoeting ten einde. De inhoud van de gesprekken en de bijbehorende beelden zullen jullie over een tijdje kunnen lezen, daar gaat Roos nu mee aan de slag.
Willem, Ellemijn en ik zijn in elk geval een mooie ervaring rijker.

(Zie ook www.rooskoole.nl)

 

Terug naar de basis…

IMG_9174Afgelopen weekend was er iets bijzonders aan de hand. Er stonden geen afspraken in de agenda. Ik kan me niet herinneren wanneer dat voor het laatst zo was. Zeker de laatste weken voordat de kinderen zomervakantie kregen waren hysterisch druk. Samen hadden mijn kinderen zeven verjaardagspartijtjes in twee weken tijd. Ontzettend leuk natuurlijk dat mijn kinderen zo veel worden uitgenodigd, maar tegen de tijd dat ze vakantie kregen waren ze gesloopt. Het was dus zeer welkom dat ze om de beurt een paar dagen bij mijn ouders mochten logeren, die in Drenthe op vakantie waren. Willem ging eerst logeren, daarna Ellemijn. Thuis was het heerlijk om even alle aandacht aan een kind te geven.

Zoals de meeste ouders zullen weten, worden moeie kinderen er bepaald niet gezelliger op. Datzelfde geldt voor mij als moeder. Ik ben ook toe aan vakantie en reageer te snel, te boos op Willem en Ellemijn. “Ik wil graag een lieve moeder”, zei Willem vorige week tegen me. “Je wordt zo snel boos mama, dat is niet leuk.” Deze opmerking hakte er behoorlijk in en ik heb hem uitgelegd dat het vervelend is als hij zo slecht luistert, dat ik daarom vaker en sneller boos word. Gelukkig begreep hij dat en hebben we een duidelijke afspraak met elkaar gemaakt: hij gaat beter luisteren, ik zal opletten dat ik liever ben.

Geduld is normaal al niet mijn sterke kant, als ik moe ben is het nog erger gesteld met deze vaardigheid. Omdat ik me daar wel degelijk van bewust ben, ging ik afgelopen zaterdag maar eens iets heel ‘mindfulls’ doen, zelf brood bakken. En als je ergens geduld voor nodig hebt, is het wel brood bakken. Natuurlijk flitste de broodbakmachine door mijn hoofd, maar nee, ik wilde het lekker oldskool doen. Ik had er tenslotte de hele zaterdag de tijd voor.

IMG_9092Op de website van de Broodbakshop had ik broodmixen, bakblikken, gist en een gistlepel besteld. Op deze site staan ook recepten, dus ik kon vrij snel aan de slag.  In het dorp heb ik nog een elektronische weegschaal gekocht, want je moet tot op een gram de ingrediënten kunnen afwegen.

De keukenmachine stond klaar, deeghaken erin. Na het wegen van de broodmix, de gist, het water en het zout gooide ik alles in de machine. Met die deeghaken werkte dat perfect, al snel ontstond er een mooie bal. Deze deed ik vervolgens in een schaal en het eerste rijzen van het deeg kon beginnen. Ik zette de oven op 30 graden en dekte de schaal af met een vochtige theedoek. Dit ging een half uur duren.
De volgende stap was het kneden van het deeg, dit keer met mijn handen, een heerlijk gevoel! Daarna moest het deeg verder rijzen, ongeveer een uur deze keer. Ondertussen dronk ik nog maar een kop koffie, las ik de krant en vette ik het bakblik in. Na een uur deed ik het deeg in het bakblik en moest het speltbrood 35 minuten op 220 graden in de oven. Weer wachten. Ik genoot ervan. Ik had hier gewoon tijd voor! Toen het brood gebakken was, haalde ik het uit het blik en liet ik het afkoelen op het rooster. Mijn brood was prachtig geworden.

Zondag tijdens het ontbijt hebben we het speltbrood geproefd en het smaakte verrukkelijk. Het bakken van een brood was een goede training in geduld, maar het is me zonder enige moeite gelukt. Er is dus hoop, zelfs voor mij 😉

Kleine meisjes worden groot…

Dit jaar wordt ze elf, mijn dochter Ellemijn. Wat vliegt de tijd! Ik weet nog als de dag van gister dat ik zwanger was en die eerste kerstdag dat ze geboren werd ligt ook nog vers in het geheugen.

CnKlaMMXYAAX281.jpg-largeSinds een paar weken heeft Ellemijn een eigen telefoon. Voor die tijd was ze al met haar vriendinnen in contact via iMessage op haar iPod, nu is ze pas echt tot de grote mensen wereld toegetreden. Binnen de kortste keren was ze toegevoegd aan de groepsapp met haar klas, een paar dagen later bleek er ook een groepsapp van haar nieuwe hockeyteam te zijn. Instagram deed ze al op haar iPod, Musically ook, maar nu ze een eigen telefoon heeft lijken de online activiteiten alleen maar toegenomen. Het aantal selfies (inclusief duckface) is niet van de lucht en de filmpjes op Musically zijn een serieuze zaak. Er wordt druk geoefend met de tekst van de liedjes en de bijbehorende dansjes. Het is heerlijk om te zien hoeveel zelfvertrouwen ze heeft.

Een moeder die zelf nogal actief is in de sociale media, kan hier alleen maar begrip voor hebben natuurlijk. Ik begrijp heel goed hoe ontzettend leuk ze het allemaal vindt. Hoe vet is het om ook in het weekend en tijdens de vakantie met je klasgenoten in contact te zijn?

13226925_1154380287947497_6969490628328970227_nWel heb ik haar van begin af aan ook op de gevaren van het internet gewezen. Ik wil dat ze weet dat er ook mensen kwaad kunnen doen in de wondere wereld van het web en dat groepsapps ook niet altijd even gezellig hoeven te zijn. Zo heb ik de afspraak dat ze mij regelmatig de berichten in de apps laat lezen en dat als een vreemde haar een privébericht stuurt via bijvoorbeeld Instagram, dat ze het meldt aan mij. Doordat ik goed contact met haar heb en uitleg wat de gevaren zijn, begrijpt ze wat ik bedoel en gaat het heel goed. Mijn mening is dat je als ouder maar beter op de hoogte kunt zijn van de sociale media anno nu. Mijn taak als moeder is haar vrij te laten waar het kan, maar haar ook wijzen op de keerzijde en eventuele gevaren.

Afgelopen weekend werd ze door een vriendinnetje uitgenodigd om mee te gaan waterskiën, ongelofelijk gaaf natuurlijk. Mijn zoon Willem was ’s ochtends al opgehaald om een paar nachten bij mijn ouders te gaan logeren. Ellemijn kwam eind van de middag nog net op tijd thuis om bij de straatbarbecue te kunnen zijn. De volgende dag vertrok ze ’s middags vrij plotseling met vriendinnen naar de Vlietlanden, een recreatieplas hier in de buurt. Om zes uur werd ik gebeld door de moeder van haar beste vriendin, dat Ellemijn vergeten was te melden dat ze daar ook gingen barbecuen. Tegen achten kwam ze thuis. Nog geen vijf minuten later kreeg ik de vraag op mij afgevuurd of ze bij een vriendin de EK-finale voetbal mocht gaan kijken. Dat vond ik goed, hartstikke gezellig voor haar. “Mam, mag ik daarvoor ook nog even naar het teerveld?” was de volgende vraag. Dit plan bleek in de tussentijd in de groepsapp van de klas ontstaan. “Pffffff, dit wordt wel wat veel”, dacht ik. Daar was dus een grens. Voetbal kijken prima, maar niet ook nog naar het teerveld. Even lekker in bad leek mij een beter idee. En zo geschiedde.

IMG_8419Ik moet eraan wennen, zo’n uithuizig kind. Hoe blij ik ook voor haar ben dat ze zulke leuke vriendinnen heeft en veel leuke dingen doet. Het was stil dit weekend, zeker omdat mijn kletskous Willem er ook niet was. “Dit is dus mijn voorland, thuis met Remko en kinderen die komen en gaan en weinig thuis zijn”. Het vloog me aan, het gaat zo verschrikkelijk snel opeens.
Kleine meisjes worden groot… Mogen ze niet nog iets langer klein blijven? Alsjeblieft?

(NB: foto 1 & 2 zijn selfies van Ellemijn)

Met beide beentjes op de grond…

IMG_8791Lang heb ik geaarzeld of ik deze blog wel zou schrijven. Die twijfel is er nog steeds, maar toch heb ik de knoop doorgehakt achter het toetsenbord plaats te nemen. Waarom ik een blog schrijf over een situatie die me raakte tot in mijn ziel, waar ik verdrietig van werd (en nog soms word) en waarvan ik niet weet of mijn zoon het me later in dank zal afnemen? Het antwoord is simpel: omdat schrijven mij helpt mijn emoties te verwerken. Omdat ik een taboe wil doorbreken. Omdat mijn leven echt niet perfect is ondanks alle leuke, positieve dingen die ik deel in de sociale media. Omdat het leven met een kind met een prothese gewoon niet altijd even makkelijk is. Daarom.

Al jaren roept mijn achtjarige zoon Willem dat hij op voetbal wil. Hoe vaak we hem ook hebben uitgelegd dat we dat geen goed idee vinden met zijn beenprothese, hij blijft erop terugkomen. Willem is gek van voetbal, groot fan van Bayern München en heeft posters van zijn grote helden op zijn kamer hangen. We krijgen het hem maar niet aan zijn verstand gepeuterd dat dat nepbeen nogal hard is en dat dat bij een fysieke sport als voetbal toch onhandiger is dan bij bijvoorbeeld hockey, de sport die hij nu al twee jaar met veel plezier doet.

Na een bezoek aan het schoolvoetbaltoernooi van mijn dochter ging hij thuis aan tafel zitten en zei: “mama, ik wil zo graag een heel lichaam”. Zo’n opmerking snijdt door je ziel, doet pijn in je hart. “Dat begrijp ik heel goed lieverd, ik zou ook liever willen dat je twee gewone benen had, maar helaas is dat niet zo”, was mijn reactie, terwijl ik het brok in mijn keel wegslikte. In de minuten die daarop volgden, werd Willem heel erg boos, ging gooien met alles wat maar voor handen was en huilde hard. Hij was volledig over zijn toeren en intens verdrietig. Ik heb hem maar even gelaten. Hij vertrok naar zijn kamer en dat gaf mij de tijd om na te denken welke benadering de beste zou zijn als hij weer beneden zou komen.

Ruimte geven aan de emoties die erbij horen, dat leek mij het beste. Praten met Willem, hem laten weten dat hij boos en verdrietig mag zijn. Niet gaan opsommen wat hij toch allemaal zo ontzettend goed kan met zijn prothese. Dat hij heel goed kan hockeyen, dat hij sneller dan ieder ander kind zijn twee zwemdiploma’s had, dat dat been hem eigenlijk nooit belemmert. Het lastige is de balans zoeken tussen er enerzijds met hem over praten en er anderzijds niet de hele tijd opnieuw over te beginnen. Dat is hartstikke moeilijk. Als ouder wil je het beste doen voor je kind en moet je op dat moment zorgen dat je je eigen verdriet over de situatie parkeert.

“Wat kan je helpen?” vroeg ik aan Willem. “Zou het helpen als je alles wat in je hoofd zit, wat je denkt, opschrijft in een schrift?” “Ik heb geen schrift”, was zijn reactie. Gelukkig heeft zijn schrijvende moeder altijd een voorraadje op zolder liggen. Ik pakte een cool schrift met een plaatje van New York en gaf het aan hem. Dit bleek een goed idee, want hij ging meteen aan tafel zitten schrijven. Willem heeft dus nu een dagboek, waarin hij zijn gedachten aan het papier kan toevertrouwen. Mijn zoon lijkt als twee druppels water op mij en ik ben blij dat mijn suggestie het gewenste effect heeft. Dat schrijven hem helpt, zoals het voor mij ook helend werkt.

IMG_8735Acht jaar lang hadden we er eigenlijk geen ‘last’ van. En nu dus wel. Al is ‘last’ natuurlijk niet het juiste woord. Willem wordt ouder en zal er vast wel vaker mee geconfronteerd worden dat hij liever een echt been wil. Nuchter blijven, met beide beentjes op de grond, dat is mijn taak als moeder. En de emoties die ik er zelf door voel, die vertrouw ik dan wel aan mijn eigen papier toe…

Jeugdsentiment…

Twee uur rijden en je bent er. Gijsselte, een gehucht in Drenthe waar ik als kind heel veel zomer- enimage5-2 herfstvakanties doorbracht. Een vriendin van mijn ouders heeft daar middenin het bos een vakantiehuis. Na er jaren niet geweest te zijn, is het inmiddels van mijn ouders weer een van hun favoriete vakantiebestemmingen geworden. Het huis biedt slaapgelegenheid aan minstens zes personen en wij waren van harte welkom om een weekend langs te komen.

De stilte is weldadig. Zodra je de auto uitstapt waan je je in een andere wereld, in een groene oase van rust. Het enige dat je hoort zijn fluitconcerten van vogels, gehinnik van paarden en  blaffende (waak)honden. Geluiden die bij deze plek horen.

Om je te onttrekken aan het hectische leven in de Randstad is dit de ideale plek om heen te gaan. Na ongeveer een uur neemt de stilte het over. Voel je de drukte uit je hoofd en lijf ontsnappen. Je dag bestaat uit niets meer dan lekker buiten zitten en wat praten, een boswandeling maken, een boek lezen en een biertje drinken op het terras op de brink in Ruinen. Heerlijk overzichtelijk. Geen boodschappen, geen huishouden, geen huis vol kinderen (hoe gezellig dat ook is).

“Er is daar geen WiFi mama”, zei mijn zoon Willem tegen me. “Nee schat, dat weet ik. In Gijsselte speel je toch de hele dag buiten. Je zult de WiFi echt niet missen”. En dat is precies wat er gebeurde toen we aankwamen bij die prachtige groimage4-3ene plek in het bos. De kinderen hadden net genoeg tijd om iets te drinken en gingen daarna meteen kijken of Sam thuis was. Sam woont namelijk in dat bos is net zo oud als Willem. Ze hadden elkaar afgelopen zomervakantie al ontmoet, toen mijn ouders daar ook op vakantie waren en de kinderen mochten komen logeren. Het klikte direct en ook nu was het een hartverwarmend weerzien tussen de jongetjes. Mijn dochter Ellemijn sloot zich ook makkelijk aan en was niet weg te slaan bij de honden van Sam. Spelen in de hut van Sam, voetballen en mee de honden uitlaten in het bos. Onze hond Spikey genoot samen met de Australian Shepherd van Sam van het rennen over de bospaden. Spelen en rennen in het bos, wat is nu leuker voor een hond?

Na een bezoek aan Ruinen, waar ik nog even goed geshopt heb in de plaatselijke en enige kledingboetiek van het dorp en een paar biertjes op het terras keren we terug naar het vakantiehuis en wordt de barbecue aangestoken. Ook wordt er een ander fikkie opgestookt, tot groot vermaak van de kinderen. Heerlijk om ze zo lekker buiten bezig te zien. Ik geniet daar als moeder enorm van. Poeren met een stok in een vuurplaats, dat is toch wat je wilt als kind? Wij slepen vroeger punten aan stokken uit het bos, dan ging er brooddeeg omheen en roosterden we onze broodjes boven dat vuur. Na de barbecue deed de variant met marshmallows het natuurlijk ook uitstekend.

Zo heerlijk simpel en eenvoudig kan het leven dus zijn. Twee dagen en een nacht naar deze plek en je voelt je herboren. Binnenkort maar eens informeren wanneer mijn ouders er weer naar toe gaan 😉

Meten is weten…

 

Kritische, betrokken mensen, ik houd ervan. “Je lijkt te rechtop op je fiets te zitten”, hoorde ik van een vriend. “Het lijkt alsof je scheef zit, beetje teveel naar links op je zadel”, hoorde ik van een ander. Door een aantal mensen van wie ik de mening serieus neem, werd me al een tijdje aangeraden eens een bikefitting te doen. Er werd me verteld dat dat me veel zou kunnen opleveren. Ik nam de adviezen ter harte en maakte een afspraak bij van Herwerden in Voorburg.

Op een stralende woensdagmorgen reed ik dus op mijn racefiets naar Voorburg. Heerlijk ritje langs de Vliet, zonder de vele fietsers die je daar op zondagmiddag aantreft. Het was noodzakelijk dat ik in mijn wielerkleding naar de meting kwam en het was een cadeautje dat het zulk mooi weer was.

IMG_7177Aangekomen bij van Herwerden werd ik door Steven van Herwerden verwelkomd met koffie. Deze prachtige fietsenzaak heeft een apart kamertje waar deze metingen worden gedaan. Na de vraag te hebben beantwoord waarom ik een bikefitting wilde en of ik lichamelijke klachten had door het fietsen, werd mijn racefiets op een tacx geplaatst en  ging het betere meetwerk beginnen.

Allereerst werd mijn lijf letterlijk van top tot teen opgemeten. Mijn totale lengte, tussenbeenlengte, romplengte, schouderbreedte, armlengte en voetlengte werden gemeten. Deze gegevens werden in het computerprogramma ingevoerd en digitaal verwerkt. Het computerprogramma spuugde er toen een uitdraai uit, die werd vergeleken met de huidige instellingen van mijn fiets. Op het eerste gezicht leek er met de huidige instellingen niet zoveel mis te zijn.

De tweede stap was het bekijken van mijn houding op de fiets. Nadat Steven had vastgesteld dat de plaatjes onder mijn schoenen er goed op gemonteerd waren, nam ik plaats op mijn zadel en plakte hij kleine stickertjes op mijn heup en knie, om de meting correct te kunnen uitvoeren. Opnieuw werd ik gemeten. Ook moest ik korte stukjes fietsen, zodat hij kon bekijken hoe mijn houding was en hoe mijn benen
bewogen. De eerste wijziging die werd aangebracht, was het omhoogbrengen van mijn zadel, ongeveer 3 centimeter. Daardoor zat ik direct minder rechtop en kreeg ik meer een racehouding.

“Je linkerbeen slaat uit naar buiten”, constateerde Steven. Dat had ik al eens eerder gehoord, maar die opmerking was ik eigenlijk een beetje vergeten. Het zou wel het zeurende gevoel in mijn linkerbeen en -knie bij langere ritten kunnen verklaren. Zolen in mijn schoenen bleken de oplossing te zijn voor dit probleem. Simpel, maar effectief.

Na de nodige controlemetingen kwamen we eigenlijk tot de conclusie dat verder alles goed was ingesteld. Ik moest het zo maar eens gaan proberen en dan na drie tot vijf ritten terugkomen voor eventuele verfijning van de afstellingen.

Omdat ik nu in een andere houding op mijn fiets zat, moest ik er goed op letten of ik ergens pijn kreeg. Een beetje spierpijn was normaal, maar bij blijvende pijn moest ik contact opnemen. We spraken af dat ik tussentijds via de mail of telefoon verslag uit zou brengen over hoe het fietsen op mijn nieuw ingestelde fiets mij beviel.

Tijdens ChX5ZbLUoAAREOA.jpg-largede rit naar huis merkte ik direct al verschil in positieve zin: ik voelde meer neerwaartse kracht op mijn pedalen, omdat mijn zadel hoger stond. Een paar ritten later merk ik dat deze bikefitting een heel goed idee is geweest en de investering absoluut waard! Ik fiets lekkerder, krachtiger en heb geen last meer van mijn linkerbeen. Na wat spierpijn in het begin, merk ik dat dat nu al minder wordt. Ik begin te wennen aan mijn ‘nieuwe’ fiets. Ik kan zo’n bikefitting dus iedereen aanraden!

Oudenaarde, ik ben in u!

13076863_562059977307171_855822985654148730_nOp een frisse, maar droge donderdag in maart gaat mijn reis naar wat ook wel de parel van de Vlaamse Ardennen wordt genoemd: het mooie stadje Oudenaarde. Het kloppend hart van de Ronde van Vlaanderen, zo’n dertig kilometer ten zuiden van Gent.

BBB Cycling heeft een aantal journalisten uitgenodigd om samen het wielerseizoen te openen en tegelijkertijd kennis te laten maken met een paar van hun nieuwe produkten. “Geef van tevoren even je maten door, dan kunnen we wat kleding voor je meenemen”, kreeg ik als boodschap door. Mijn favoriete wielerkleding zat net in de wasmachine, moest ik gaan graven in de natte spullen. Eerlijk gezegd was ik me er nooit zo bewust van, maar ik bleek al veel kleding van BBB te hebben. Broeken, shirt, handschoenen en armstukken, die me allemaal heel goed bevielen. Met name de handschoenen koester ik. Ik heb hele kleine handen en het gebeurt zelden dat ik handschoenen perfect pas. Bij die van BBB is dit dus wel het geval.

13087300_562060023973833_7018031871654329196_nAangekomen bij een groot sportcentrum wordt iedereen hartelijk verwelkomd door de medewerkers van BBB: Roderick, Paul en stagiaire Eline. Enthousiaste jonge mensen met een grote passie voor fietsen. Langzamerhand druppelen ook de andere genodigden binnen en uiteindelijk zijn we compleet met een mannetje of tien. De sfeer is gemoedelijk, iedereen is meteen druk met elkaar in gesprek. Ook fotograaf Wouter Roosenboom is erbij. Ik ken zijn werk al een tijdje en vind zijn foto’s altijd prachtig. Het is erg leuk om hem nu eens in levende lijve te ontmoeten. Wouter zal tijdens de fietstocht die we met elkaar gaan maken zijn camera het werk laten doen. Dat zal vast mooie plaatjes opleveren.

Het gaat vandaag om de kennismaking met twee nieuwe producten van BBB: de Tithon-helm en de Summit-bril.
Roderick vertelt hoe de Tithon ontwikkeld is. Er kwam een vraag vanuit prof-wielerploeg FDJ, met Thibaut Pinot als belangrijke renner. Er was behoefte aan een aerodynamische helm met goede ventilatie. De meeste helmen hebben ventilatie bovenop, wat juist afremt. Veel parcours van de tijdritten zijn aangepast en sneller geworden, waardoor ook de behoefte ontstond aan een helm met een kortere ‘druppel’.

De TU Delft kreeg vervolgens van BBB de opdracht een nieuwe helm te ontwikkelen, die voldeed aan de wensen van de wielerploeg. Er werd een pop gemaakt op basis van het lijf van Pinot en met behulp daarvan werd de Tithon ontwikkeld. Roderick laat ons de verschillende fases van de helm zien. Het eerste prototype van de helm bleek niet bestand tegen de crashtest, waarop de luchtgaten aan de boven- en voorkant weer zijn aangepast. Na veel onderzoek en testen in een windtunnel is de Tithon geworden wat hij nu is, een prachtige aerodynamische racehelm. De profs noemen het al ‘gratis snelheid’. De Tithon biedt de perfecte balans tussen lage weerstand en maximale ventilatie. Een aerodynamisch oppervlak met een enorme hoeveelheid ventilatie door de twee grote gaten in de voorkant van de helm. Hierdoor behoud je snelheid, terwijl je hoofd koel blijft. Wie wil dat nu niet?

Tijdens een (lange) fietsrit kunnen de weersomstandigheden soms snel veranderen. Een sportbril met makkelijk verwisselbare lenzen biedt dan uitkomst. De Summit sportbril heeft een QuickSnap systeem, dat dit mogelijk maakt. Gemak dient de mens tenslotte! Een groot voordeel van de lenzen van de Summit is de waterafstotende coating, waardoor water tijdens het rijden makkelijk van de lenzen afglijdt. Bovendien zorgen de gaten bovenin de lenzen voor een goede ventilatie, wat er, in combinatie met een speciale coating, voor zorgt dat je niet met beslagen glazen hoeft te rijden. De Summit is heel licht en flexibel. Je kunt niet alleen de lenzen veranderen, maar ook de brilpootuieinden aanpassen aan jouw stijl. Het neusstuk is ook verschuifbaar, waardoor je deze bril echt helemaal kunt personaliseren.

Na de boeiende presentatie van Roderick over deze mooie BBB-producten wordt de lunch geserveerd. Even genieten van een flink bord pasta, om ons voldoende energie te geven voor de rit die we gaan maken. Daarna kleedt iedereen zich om en stappen we op de fiets. We zullen een stukje rijden van ‘de Ronde’ en het wordt mijn eerste kennismaking met de beruchte kasseien.

13076577_562060060640496_8877160219125194296_nIn mijn nieuwe oufit van BBB stap ik op. Iedereen heeft de Tithon en de Summit op, dat ziet er fantastisch uit. De neongele handschoenen maken het helemaal af en geven mij het gevoel dat we bij elkaar horen. Die felgekleurde handschoenen blijken later bovendien uitstekend van pas te komen, want je ziet heel duidelijk als iemand uit de groep met zijn hand de richting aangeeft of wijst op een obstakel.

Na een kilometer of vijf stoppen we bij een fietsenzaak, waarvan de eigenaar ook met ons mee fietst. Zijn winkel is een van de verkooppunten van BBB. Wouter Roosenboom maakt de nodige foto’s. Het is heel leuk om hem aan het werk te zien. Ook tijdens het fietsen schiet hij plaatjes van achterop de motor. Opeens rijdt hij je dan voorbij en zie je hem verderop middenin een veld staan. Ik begrijp steeds beter waarom zijn foto’s zo’n typerende stijl hebben.

13076565_562060000640502_4607415566092662307_n“Daar komen de eerste kasseien Merlijn”, wordt er tegen me gezegd. “Ik ben benieuwd” denk ik en merk dat ik die dag de juiste mindset heb. Ik heb nog weinig kilometers in de benen in 2016, maar de basisconditie is vrij aardig en op karakter kom je ook een heel eind. Ik laat het maar gewoon op me afkomen. Mijn eerste kennismaking met kasseien is direct heuvel op. De Molenberg ligt voor me. Ik kijk omhoog en hoor mezelf denken: “Dit kan ik, gewoon verstand op nul en trappen”. Ik voel mijn wielen alle kanten op stuiteren, moet mijn stuur goed vasthouden. Kasseien in combinatie met een toch wel pittige klim maken het zwaar. Maar, het lukt. Er zit een auto achter ons. “Die wacht maar even” denk ik. Acheraf blijkt dat dit de volgauto is die met ons meerijdt. Dat was mij even ontgaan. Bijna bovenaan de Molenberg zie ik Wouter op zijn buik op de grond liggen. “Het gaat me niet gebeuren dat ik voor de ogen van de fotograaf af moet stappen” denk ik. Trappen of je leven er vanaf hangt dus. En jawel, het lukt! En ik vond het nog leuk ook!

We vervolgen de route en die is werkelijk prachtig. Wat is Vlaanderen een mooie omgeving om te fietsen. Op een bepaald moment splitsen we de groep in tweeen. Onder leiding van Chris Peers, oud profrenner die de streek op zijn duimpje kent, geniet ik van het Vlaamse landschap. In maart is het natuurlijk nog erg kaal allemaal, maar wat zal het hier in de zomer prachtig zijn! Op een bepaald moment komen we bij een punt waar ik de kasseien niet op moet, maar af. Doodeng vind ik het. Doe mij dan maar liever kasseien bergop, of een flinke afdaling op glad asfalt, maar zo’n kasseienafdaling is echt niets voor mij.

Na zo’n vijftig kilometer peddelen zijn we weer terug in Oudenaarde. Onder het genot van een heerlijk Ename-biertje praten we met de hele groep nog wat na. Het was een zeer geslaagde dag. Fietsend netwerken is een aanrader! Leuk toeval is dat de thuisbasis van BBB Cycling in Leiden ligt, nota bene in een straat waar ik bijna dagelijks langs rijd. Met Roderick spreek ik af dat ik een keer kom kijken. Na deze leuke dag ben ik helemaal nieuwsgierig dit bedrijf eens nader te bekijken. Ik ben dus weer een ervaring rijker. Altijd maar in die comfort zone blijven is tenslotte ook maar saai…

foto’s: Wouter Roosenboom