Vorig jaar deed ik voor de eerste keer mee aan de Leiden Ladies Run, waar ik vijf kilometer liep. Zo’n evenement met alleen maar vrouwen, dat is op zich niets voor mij. Tenminste, dat dacht ik van te voren. Die Leiden Ladies Run is echt ontzettend leuk. Niet vanwege het feit dat er alleen vrouwen aan mee doen, maar meer vanwege het parcours. De route is zowel mooi als uitdagend, met name door de bruggetjes die erin verwerkt zijn. Verder vind ik het nogal onzin dat er steeds meer vrouwenevenementen zijn, maar blijkbaar voorziet het toch in een behoefte, want het was er waanzinnig druk. Omdat ik het vorig jaar zo leuk vond, schreef ik me dit jaar ook weer in.
Een lastige bijkomstigheid is wel, dat de Vlietloop, een jaarlijks terug kerende loop in mijn eigen dorp, altijd in hetzelfde weekend valt. De Ladies Run op vrijdag en de Vlietloop op zondag. Vorig jaar zou ik bij de Vlietloop de tien kilometer gaan hollen, maar uiteindelijk ben ik weer eens afgehaakt en liep ik de vijf. Een vriend van me maakte toen de grap dat hij natuurlijk ernstig teleurgesteld in me was en dat ik in 2016 met hem wél de tien zou gaan lopen. Zo gezegd, zo gedaan.
Zoals ik in een vorige blog al beschreef, schud ik tien kilometer hardlopen niet uit mijn mouw. Vijf kilometer lukt me altijd wel, zelfs als ik ongetraind ben. Maar tien, dat is een ander verhaal. Daar moet ik keihard voor trainen. Half juni heb ik daarom het hardlopen weer opgepakt en heb ik tot en met eind augustus gemiddeld twee keer per week gelopen. Niet met allerlei ingewikkelde trainingsschema’s en zonder hartslagmeter. Ik loop op gevoel. Af en toe tijdens het lopen op Strava kijken wat mijn tempo is, is voor mij genoeg. Wel heb ik kortere trainingsrondjes ingelast, waarbij ik probeerde een hoger tempo te lopen. Dat lukte aardig. Bovendien heb ik een paar keer acht tot tien kilometer hardgelopen.

Afgelopen vrijdagavond was het dus zover, tijd om vijf kilometer te gaan rennen. De organisatie was goed, de sfeer geweldig. De warming up had ik al gehad door op de fiets naar Leiden te gaan. Opvallend verschil met andere evenementen is dat er bij een evenement met alleen maar vrouwen nogal veel gekletst wordt. Dat is natuurlijk leuk als je samen met iemand loopt, maar ik was alleen. Geen bekenden gezien, niet bij de lopers en niet bij de toeschouwers. Hoewel ik dat best jammer vond, heb ik die emotie geparkeerd en snel mijn muziek aangezet. Lekker in mijn ei, geen geklets aan mijn hoofd en focussen. Het ging goed, ik merkte dat ik beter was geworden. Op sommige punten had ik sneller gekund, maar was het pad soms zo smal en liepen er drie of vier dames naast elkaar, waardoor inhalen lastig was. Bovendien wilde ik niet 100% geven, omdat ik zondag nog tien kilometer moest lopen. Achteraf was ik tevreden met mijn tijd en ging ik voldaan naar huis.
In de nacht van zaterdag op zondag sliep ik slecht. Ik was nerveus. Ik wist dat het zwaar zou gaan worden. Je weet ook van te voren op welk punt je benen gaan verzuren en ook dat je dan nog lang niet bij de finish bent. Dat werd dus tegen heug en meug ontbijten, goed drinken en nog maar een keer plassen. Eenmaal aangekomen op de Voorstraat zag ik al snel bekenden en verliet de grootste spanning mijn lichaam. Nog even kort mediteren, focussen en sterk denken aan het feit dat je dit kunt, omdat je ervoor getraind hebt en mentaal sterk bent.
Tussen alle mannen en een kleinere groep vrouwen bij de start wist ik dat ik extra moest opletten dat ik niet mee zou gaan met hun tempo. Toch liep ik de eerste kilometer weer sneller dan ik wilde. Dat blijft een leerpunt voor me en vind ik lastig in een grote groep.
De eerste zes kilometer ging het hartstikke goed, ik was verbaasd over hoe goed mijn benen voelden. Zoals verwacht kreeg ik het zwaar bij zeven kilometer. Een bekertje water en een sportgelletje hielpen gelukkig.
Eenmaal bij de finish werd ik onthaald door vrienden en familie en dat is zo mooi als je in je eigen dorp loopt. Vrienden van me schreeuwden me over de finishlijn en toen kwam de ontlading. Super trots was ik op mezelf. Ik had het geflikt!

Dat trotse gevoel heb ik nog steeds trouwens. Maar het gevoel dat nu toch vooral overheerst is intense vermoeidheid. Maandag voelde ik me nog verrassend energiek, maar vandaag kwam de spreekwoordelijke man met de hamer langs. Vannacht sliep ik slecht, er zat een gekke onrust in mijn lijf. Mijn benen voelen prima, het is mijn gehele lijf dat moe voelt. Gesloopt dus.
Ik geef er maar even aan toe, het was het meer dan waard…
reden. Ik moet toegeven dat ik dat afzien wel lekker vind. Het geeft een kick.
Het is weer voorbij. Zes weken lang geen broodtrommels klaar maken, geen hockey, geen stress. Hoewel ik niet (zoals mijn kinderen) zes weken vakantie heb gehad, voelde het vanmorgen wel zo. Het werkende leven is weer begonnen.
hebben gehoord dat ze toch echt eens mee moesten. Ook waren vrienden van ons er met hun kinderen. Een en al gezelligheid dus en zowel de kinderen als de volwassenen hadden het heel leuk met elkaar.
Twee weken volop genieten voelden voor mij aan als drie weken. Dat gevoel heb ik gelukkig altijd op vakantie. Dinsdagavond laat kwamen we terug en de rest van de week was ik nog lekker vrij. Vandaag ben ik weer aan het werk gegaan. Voor het eerst kost het me moeite om om te schakelen. Ik wil gewoon nog niet terug in het ritme. Al het geregel en de volle agenda, ik wil het niet. Ik wil in de warmte op slippers lopen, ik wil frappe drinken op het strand en al die boeken lezen die nog op mijn e-reader staan.
Afgelopen woensdag kregen we bezoek van Roos Koole. Roos is fotograaf en doet momenteel een persoonlijk project over mensen die een beenprothese dragen. Roos is beroepsfotograaf en doet af en toe naast haar reguliere werk een project over een onderwerp waarvan zij denkt dat het goed is als er meer aandacht voor komt. We hebben Roos een paar maanden geleden ontmoet bij OIM Orthopedie, toen mijn zoon Willem en ik daar waren voor het passen van zijn nieuwe prothese.
Op de heetste dag van het jaar stond Roos dus bij ons op de stoep met een koffer vol camera’s, lenzen en microfoontjes, wat bij de kinderen zeer tot de verbeelding sprak. De camera werd op ons zonnige terras op een statief geplaatst en Roos legde aan Willem en Ellemijn uit hoe de camera en de microfoon werken. Vervolgens kreeg Willem een microfoontje aan zijn t-shirt bevestigd, wat hij reuze interessant vond, ‘net als bij de televisie!’.
Na het interview met Willem heb ik zelf ook nog uitgebreid met Roos gesproken. Het was mooi en bijzonder met iemand te praten, die zó oprecht geïnteresseerd is en heel goed luistert. Om op bepaalde vragen antwoord te geven moest ik erg graven in mijn geheugen. Sommige herinneringen raken blijkbaar door het dagelijks leven op de achtergrond, eigenlijk heel mooi hoe dat werkt. Het leven gaat tenslotte door, ondanks de verdrietige tijd tijdens de zwangerschap, de periode voorafgaand aan de amputatie van Willem’s voetje en de fase die daarna volgde.
Na mij was Ellemijn aan de beurt. Het was voor haar erg leuk hier ook bij betrokken te worden en Roos had van mij gehoord dat ze onlangs haar spreekbeurt over de prothese van haar broertje had gehouden, dus dat was een goed aanknopingspunt voor een gesprek.
Afgelopen weekend was er iets bijzonders aan de hand. Er stonden geen afspraken in de agenda. Ik kan me niet herinneren wanneer dat voor het laatst zo was. Zeker de laatste weken voordat de kinderen zomervakantie kregen waren hysterisch druk. Samen hadden mijn kinderen zeven verjaardagspartijtjes in twee weken tijd. Ontzettend leuk natuurlijk dat mijn kinderen zo veel worden uitgenodigd, maar tegen de tijd dat ze vakantie kregen waren ze gesloopt. Het was dus zeer welkom dat ze om de beurt een paar dagen bij mijn ouders mochten logeren, die in Drenthe op vakantie waren. Willem ging eerst logeren, daarna Ellemijn. Thuis was het heerlijk om even alle aandacht aan een kind te geven.
Op de website van de
Sinds een paar weken heeft Ellemijn een eigen telefoon. Voor die tijd was ze al met haar vriendinnen in contact via iMessage op haar iPod, nu is ze pas echt tot de grote mensen wereld toegetreden. Binnen de kortste keren was ze toegevoegd aan de groepsapp met haar klas, een paar dagen later bleek er ook een groepsapp van haar nieuwe hockeyteam te zijn. Instagram deed ze al op haar iPod, Musically ook, maar nu ze een eigen telefoon heeft lijken de online activiteiten alleen maar toegenomen. Het aantal selfies (inclusief duckface) is niet van de lucht en de filmpjes op Musically zijn een serieuze zaak. Er wordt druk geoefend met de tekst van de liedjes en de bijbehorende dansjes. Het is heerlijk om te zien hoeveel zelfvertrouwen ze heeft.
Wel heb ik haar van begin af aan ook op de gevaren van het internet gewezen. Ik wil dat ze weet dat er ook mensen kwaad kunnen doen in de wondere wereld van het web en dat groepsapps ook niet altijd even gezellig hoeven te zijn. Zo heb ik de afspraak dat ze mij regelmatig de berichten in de apps laat lezen en dat als een vreemde haar een privébericht stuurt via bijvoorbeeld Instagram, dat ze het meldt aan mij. Doordat ik goed contact met haar heb en uitleg wat de gevaren zijn, begrijpt ze wat ik bedoel en gaat het heel goed. Mijn mening is dat je als ouder maar beter op de hoogte kunt zijn van de sociale media anno nu. Mijn taak als moeder is haar vrij te laten waar het kan, maar haar ook wijzen op de keerzijde en eventuele gevaren.
Ik moet eraan wennen, zo’n uithuizig kind. Hoe blij ik ook voor haar ben dat ze zulke leuke vriendinnen heeft en veel leuke dingen doet. Het was stil dit weekend, zeker omdat mijn kletskous Willem er ook niet was. “Dit is dus mijn voorland, thuis met Remko en kinderen die komen en gaan en weinig thuis zijn”. Het vloog me aan, het gaat zo verschrikkelijk snel opeens.
Lang heb ik geaarzeld of ik deze blog wel zou schrijven. Die twijfel is er nog steeds, maar toch heb ik de knoop doorgehakt achter het toetsenbord plaats te nemen. Waarom ik een blog schrijf over een situatie die me raakte tot in mijn ziel, waar ik verdrietig van werd (en nog soms word) en waarvan ik niet weet of mijn zoon het me later in dank zal afnemen? Het antwoord is simpel: omdat schrijven mij helpt mijn emoties te verwerken. Omdat ik een taboe wil doorbreken. Omdat mijn leven echt niet perfect is ondanks alle leuke, positieve dingen die ik deel in de sociale media. Omdat het leven met een kind met een prothese gewoon niet altijd even makkelijk is. Daarom.
Acht jaar lang hadden we er eigenlijk geen ‘last’ van. En nu dus wel. Al is ‘last’ natuurlijk niet het juiste woord. Willem wordt ouder en zal er vast wel vaker mee geconfronteerd worden dat hij liever een echt been wil. Nuchter blijven, met beide beentjes op de grond, dat is mijn taak als moeder. En de emoties die ik er zelf door voel, die vertrouw ik dan wel aan mijn eigen papier toe…
herfstvakanties doorbracht. Een vriendin van mijn ouders heeft daar middenin het bos een vakantiehuis. Na er jaren niet geweest te zijn, is het inmiddels van mijn ouders weer een van hun favoriete vakantiebestemmingen geworden. Het huis biedt slaapgelegenheid aan minstens zes personen en wij waren van harte welkom om een weekend langs te komen.
ene plek in het bos. De kinderen hadden net genoeg tijd om iets te drinken en gingen daarna meteen kijken of Sam thuis was. Sam woont namelijk in dat bos is net zo oud als Willem. Ze hadden elkaar afgelopen zomervakantie al ontmoet, toen mijn ouders daar ook op vakantie waren en de kinderen mochten komen logeren. Het klikte direct en ook nu was het een hartverwarmend weerzien tussen de jongetjes. Mijn dochter Ellemijn sloot zich ook makkelijk aan en was niet weg te slaan bij de honden van Sam. Spelen in de hut van Sam, voetballen en mee de honden uitlaten in het bos. Onze hond Spikey genoot samen met de Australian Shepherd van Sam van het rennen over de bospaden. Spelen en rennen in het bos, wat is nu leuker voor een hond?
Aangekomen bij van Herwerden werd ik door Steven van Herwerden verwelkomd met koffie. Deze prachtige fietsenzaak heeft een apart kamertje waar deze metingen worden gedaan. Na de vraag te hebben beantwoord waarom ik een bikefitting wilde en of ik lichamelijke klachten had door het fietsen, werd mijn racefiets op een tacx geplaatst en ging het betere meetwerk beginnen.
de rit naar huis merkte ik direct al verschil in positieve zin: ik voelde meer neerwaartse kracht op mijn pedalen, omdat mijn zadel hoger stond. Een paar ritten later merk ik dat deze bikefitting een heel goed idee is geweest en de investering absoluut waard! Ik fiets lekkerder, krachtiger en heb geen last meer van mijn linkerbeen. Na wat spierpijn in het begin, merk ik dat dat nu al minder wordt. Ik begin te wennen aan mijn ‘nieuwe’ fiets. Ik kan zo’n bikefitting dus iedereen aanraden!
Op een frisse, maar droge donderdag in maart gaat mijn reis naar wat ook wel de parel van de Vlaamse Ardennen wordt genoemd: het mooie stadje Oudenaarde. Het kloppend hart van de Ronde van Vlaanderen, zo’n dertig kilometer ten zuiden van Gent.
Aangekomen bij een groot sportcentrum wordt iedereen hartelijk verwelkomd door de medewerkers van BBB: Roderick, Paul en stagiaire Eline. Enthousiaste jonge mensen met een grote passie voor fietsen. Langzamerhand druppelen ook de andere genodigden binnen en uiteindelijk zijn we compleet met een mannetje of tien. De sfeer is gemoedelijk, iedereen is meteen druk met elkaar in gesprek. Ook fotograaf Wouter Roosenboom is erbij. Ik ken zijn werk al een tijdje en vind zijn foto’s altijd prachtig. Het is erg leuk om hem nu eens in levende lijve te ontmoeten. Wouter zal tijdens de fietstocht die we met elkaar gaan maken zijn camera het werk laten doen. Dat zal vast mooie plaatjes opleveren.
In mijn nieuwe oufit van BBB stap ik op. Iedereen heeft de Tithon en de Summit op, dat ziet er fantastisch uit. De neongele handschoenen maken het helemaal af en geven mij het gevoel dat we bij elkaar horen. Die felgekleurde handschoenen blijken later bovendien uitstekend van pas te komen, want je ziet heel duidelijk als iemand uit de groep met zijn hand de richting aangeeft of wijst op een obstakel.
“Daar komen de eerste kasseien Merlijn”, wordt er tegen me gezegd. “Ik ben benieuwd” denk ik en merk dat ik die dag de juiste mindset heb. Ik heb nog weinig kilometers in de benen in 2016, maar de basisconditie is vrij aardig en op karakter kom je ook een heel eind. Ik laat het maar gewoon op me afkomen. Mijn eerste kennismaking met kasseien is direct heuvel op. De Molenberg ligt voor me. Ik kijk omhoog en hoor mezelf denken: “Dit kan ik, gewoon verstand op nul en trappen”. Ik voel mijn wielen alle kanten op stuiteren, moet mijn stuur goed vasthouden. Kasseien in combinatie met een toch wel pittige klim maken het zwaar. Maar, het lukt. Er zit een auto achter ons. “Die wacht maar even” denk ik. Acheraf blijkt dat dit de volgauto is die met ons meerijdt. Dat was mij even ontgaan. Bijna bovenaan de Molenberg zie ik Wouter op zijn buik op de grond liggen. “Het gaat me niet gebeuren dat ik voor de ogen van de fotograaf af moet stappen” denk ik. Trappen of je leven er vanaf hangt dus. En jawel, het lukt! En ik vond het nog leuk ook!