Op zoek naar stilte…

Stel iemand de vraag hoe het met hem of haar gaat en je zult vaak hetzelfde antwoordimage1-3 krijgen: “druk!” Bedenk maar eens van welke mensen in je omgeving je een ander antwoord zou krijgen en sta er dan meteen eens even bij stil waarom dat is. Wat doen zij anders? (Waarom) hebben zij het niet druk, of tenminste, waarom ervaren ze het niet zo?
Hebben we het nou allemaal echt zo druk? Maken we het zelf druk of ervaren we het vooral als druk?

image3-3Ik moet bekennen dat ik er zelf vaak last van heb. Dat het me aanvliegt, de volle agenda, alle lijstjes, mailtjes, alle dingen die moeten. Misschien is het een generatiedingetje, maar toen ik eind 2014 ontslag nam , besloot ik dat ik alleen nog maar wilde doen wat ik leuk vond. In de basis dan natuurlijk, want er zullen altijd dingen in het leven zijn die je gewoon moet doen, ook al vind je ze stom. Als ik dit punt nader bekijk heb ik het echt wel goed voor elkaar. Ik heb een prachtig gezin, ontzettend leuke, slimme kinderen, we zijn alle vier gezond en ik ben net mijn eigen bedrijf begonnen. Ik volg mijn passie en richt me op mijn persoonlijke ontwikkeling, iets dat ik in die 15 jaar loondienst veel te weinig heb gedaan.

Een jaar nadat ik bij de Tandprothetische Praktijk Brouwer (het bedrijf van mijn man Remko) begon te werken, ging het kriebelen. Ik merkte dat ik geestelijke uitdaging miste. Het werk bij Remko is leuk en het voelt fijn om hem te helpen. Destijds was een van de redenen voor deze constructie, dat ik meer tijd en aandacht voor de kinderen zou hebben. Dat is goed gelukt. Er is een middag buitenschoolse opvang afgegaan, omdat ik nu op maandagmiddag zelf de kinderen uit school haal. Mijn dochter Ellemijn heeft al best veel huiswerk in groep 6 en wanneer dat in het weekend niet af is, doen we dat op maandagmiddag. Het is heerlijk dat ik nu zo nauw betrokken ben bij wat mijn kinderen doen. Ik breng veel meer tijd met ze door vergeleken met vroeger.  Groot pluspunt dus!

Ondanks al die extra vrije tijd die ik erbij had gekregen, merkte ik dat mijn hersens lui werden. Ik had meer nodig dan alleen het werk op de zaak. Wat ook een rol speelde, was het feit dat ik graag ‘iets van mezelf’ wilde hebben. Bij een familiebedrijf gaat het thuis tenslotte ook vaak over het werk. Dat geeft niet, maar voor mijn balans is het noodzakelijk dat er iets anders tegenover staat. Bij voorkeur werk waar ik mijn tanden in kan zetten en waarin ik me kan ontwikkelen. Schrijven was altijd al een passie van me en via via raakte ik verzeild in de journalistiek. Opeens was ik artikelen voor een tijdschrift (Feminin) aan het vertalen, iemand aan het interviewen om er vervolgens zelf een artikel over te schrijven en deed ik de eindredactie van de laatste editie van dit tijdschrift. Blij werd ik ervan. Dit was wat ik wilde! Van het een kwam het ander en zo werd me de kans geboden om vertaalwerk voor inCycle te gaan doen. Omdat ik het schrijven en vertalen verder wil ontwikkelen, ben ik Bureau Lijn begonnen. De komende periode wil ik tijd vrij maken om mijn bedrijf verder uit te bouwen.

Dik tevreden ben ik dus. Ik heb de geestelijke uitdaging die ik zocht vrij snel gevonden. De perfectionist in mij maakt dat het wel weer opnieuw zoeken is naar een goed evenwicht tussen werk en privé. Mijn hoofd zit vol ideeën en zaken die ik moet regelen, ik wil graag een goed lopend bedrijf krijgen, maar dit mag niet ten koste gaan van de kinderen en mijn gezin. Gelukkig kan ik vrij goed organiseren en weet ik welke hulpmiddelen ik daar bij nodig heb. De familyplanner biedt uitkomst. In een oogopslag overzicht voor een hele maand. Hij hangt op de wc beneden, zodat ook man en kinderen erop kunnen kijken. Ik voel me thuis heus nog vaak de secretaresse die alle gezinsleden moet herinneren aan activiteiten, maar ik probeer ook te verwijzen naar de planner. ‘We hebben dat ding niet voor niets!’, roep ik met enige regelmaat.

image2-3Feit blijft dat ik het veel vind. Werk, mail van school, mail van BSO, honderdduizend digitale nieuwsbrieven, partijtjes, verjaardagen, hockeytrainingen en -wedstrijden, fluiten, rijden, bardienst, noem het allemaal maar op. Waar ik voorheen nooit iets vergat, gebeurt me dat de laatste tijd wel eens. Ik accepteer dat maar. Ik zie het als een signaal, dat er in de hoeveelheid dingen die er op je af komt, wel eens iets tussendoor glipt. So be it!

Om toch voor voldoende ontspanning te zorgen en er af en toe even tussenuit te knijpen, sport ik. Nu vooral weer op de racefiets. Het is mijn manier om te ontsnappen aan de hectiek en mijn hoofd leeg te maken. Daarnaast dwing ik mezelf niet te laat naar bed te gaan. Uitgerust kan ik simpelweg meer hebben. In bed nog lekker lezen of een aflevering van House of Cards kijken, dat werkt voor mij.
image1-4
Ook ben ik begonnen met meditatieles. Eens per drie weken anderhalf uur genieten in stilte. Dat had ik eerder moeten doen! Op zolder ga ik een meditatieruimte inrichten, zodat ik me daar terug kan trekken als ik dat nodig heb. Mijn kinderen zitten ook op meditatieles, dus wie weet gaan zij ook gebruik maken van deze ruimte.

Al met al is het dus geen drama als je het druk hebt. Je creëert het voornamelijk zelf. Daarover klagen heeft weinig zin. Ik ben kritisch op mijn agenda; als ik merk dat hij teveel vol loopt, ga ik strepen. Dan maar een afspraak minder. Uiteindelijk gaat het er wat mij betreft om te kunnen focussen op wat ik belangrijk vind. Egoïstisch? Zelfbescherming denk ik…

Zo moeder, zo dochter…

IMG_6448IMG_6438In maart start voor mij altijd het hardloopseizoen. Niet dat ik nou zo vaak en regelmatig ga hardlopen, maar bij mij in het dorp vindt in die maand altijd de eerste loop van het seizoen plaats: de Voorschotenloop.

Eigenlijk zou ik dit jaar niet eens meedoen. De zaterdag ervoor stond namelijk de Joop Zoetemelk Classic  op het programma, 100 kilometer op de racefiets bikkelen door de grauwe en vooral winderige polders in het Groene Hart. Voor mij is dat op zich al ruim voldoende uitdaging.

Maar goed. Het kriebelt toch altijd als er zo’n hardloopevenement op stapel staat. Ik vind hardlopen nu eenmaal ook heerlijk om te doen en ik weet van mezelf dat als ik bij zo’n evenement aanwezig ben, ik ook mee wil doen. De jaren dat ik als toeschouwer mijn man stond aan te moedigen zijn voorbij. Bovendien ga ik sinds kort af en toe met mijn dochter hardlopen. Dat heeft het genot alleen maar doen toenemen.

Sporten met je kind is fantastisch. Mijn tienjarige dochter Ellemijn zit op hockey en heeft daardoor een redelijke basisconditie. Ze traint twee keer per week en heeft op zaterdag altijd een wedstrijd. Ze rent dus veel meer dan ik en dat merk je.

“We gaan samen de 5 kilometer lopen El” zei ik een week van tevoren. Ze keek me wat verwonderd aan, maar stemde al snel toe. Ze kent haar moeder goed genoeg om te weten dat ik weinig tegenspraak zou accepteren op dit punt. “Kan ik dat wel mama?” vroeg ze. “Kom op El, we hebben al vaker gelopen en laatst heb je 4,6 kilometer gehold met een keer 10 seconden stilstaan. Dan kun je dus ook die extra 400 meter!” was mijn reactie. Hardvochtig? Dat zal ik in de ogen van sommigen zeker zijn. Ik weet echter dat het mijn kind enorm goed doet dit soort dingen te doen, omdat ze dan merkt hoe leuk het is en hoe groot de voldoening als je de prestatie hebt geleverd. Niet alles in het leven hoeft makkelijk te gaan. Beetje je grenzen verleggen is goed voor je, het geeft je meer zelfvertrouwen en daar kun je ook op andere momenten in je leven profijt van hebben.

Die bewuste zondagmorgen stond ik enigszins vermoeid op. Zware benen van de flinke fietstocht de dag ervoor, maar mentaal voelde ik me goed. Er lag geen enkele druk op deze loop. Ik had geen streeftijd in gedachten. Ik ging puur voor het plezier om dit samen met mijn dochter te doen.

Voor mij bood deze run meteen gelegenheid om mijn nieuwe armsleeves van Herzog uit te proberen. De armsleeves zorgen er bij een dynamische armbelasting (zoals bIMG_6433ij hardlopen) voor, dat de klappen op de arm en elleboog worden opgevangen.  Daarnaast is er minder opbouw van melkzuur in de armspieren en dus minder kans op het ontstaan van kramp. Je hebt tijdens het lopen minder last van schokken, trillingen en pijn in je IMG_6432armen en ellebogen. Ook verkort je met deze sleeves je hersteltijd.  Het is wel even wennen om die strakke dingen aan te trekken en zolang je nog niet aan het rennen bent voelen ze behoorlijk krap. Tijdens het hardlopen voelt het echter verbazingwekkend prettig. Niet dat ik nou van die zwabberarmen heb, maar met de sleeves voelen je armen strak en aangenaam aan; je armen lijken lichter. Net als bij de compressiekousen die ik altijd draag tijdens het hardlopen, merk je echt positief effect. Ik had mijn compressiekousen overigens na de fietstocht van 114 kilometer ook aan getrokken om mijn herstel te bevorderen. Misschien ging het hardlopen daarom wel zo lekker de volgende dag!

De 5 kilometer verliep hartstikke goed. Aangemoedigd door opa en oma gingen we van startIMG_6444. Mijn man Remko ging dezelfde afstand lopen, maar die loopt een veel hoger tempo, dus hebben we hem maar snel voor ons uit laten gaan.  Meester Ruud, de gymleraar van school, riep nog even toe dat hij het knap vond van Ellemijn en dat ze niet te snel van start moest gaan. Om ons heen veel mensen, veel pubers ook. Met ingespannen gezicht liep mijn dochter daar, om zich heen kijkend naar de middelbare scholieren die aan het wandelen waren en het niet volhielden. Ik bepaalde ons looptempo en Ellemijn deed het echt super. Twee keer hebben we heel even stil gestaan om de benen te strekken en toen was daar de finish al in zicht! Juichend gingen we over de streep, waar meester Ruud speciaal voor Ellemijn nog even terug was gelopen om haar te feliciteren. Ook papa en opa en oma stonden natuurlijk te juichen. Een groot feest was het.

Het resultaat? Een trotse, tevreden dochter en een nog trotsere moeder. Dit gaan we vaker doen!

 

Teampresentatie Giant Alpecin 7 januari 2016

Herzog Medical is de trotse materiaalsponsor van de succesvolle wielerploeg Giant Alpecinimage1-2 en de reden dat ik aanwezig ben bij de teampresentatie in Berlijn. Tijdens de vliegreis draag ik de kousen zelf ook; dat doe ik eigenlijk altijd. Het dragen van compressiekousen bij lange autoritten en in het vliegtuig is zinvol, omdat er dan geen sprake is van een optimale doorbloeding van de spieren. Je krijgt vaak gezwollen enkels en dikke zware benen. Bij het reizen in het vliegtuig komt door de lagere druk in de cabine daar nog het risico bij van het ontstaan van trombose. Reden te meer dus om de compressiekousen te dragen: ze verhogen de druk op de spiermassa en afvalstoffen worden adequaat afgevoerd. Zo worden zwelling en erger voorkomen.
Ik ben benieuwd wat de ervaringen van de renners zijn met deze kousen, zeker omdat zij erg veel reizen. 

Na slechts een uur vliegen bevind ik mij in een andere wereld, van +8 graden naar -7 graden met 20 centimeter sneeuw. Berlijn, een historische stad, verstopt onder een witte deken van sneeuw. De Brandenburger Tor, het Joods monument, Unter den Linden, de Rijksdag, allemaal gehuld in een witte jas. Het maakt deze mooie stad het sprookjesachtige decor voor de presentatie van wielerteam Giant Alpecin.

De presentatie vindt plaats op de Italiaanse ambassade, een lichtroze, statig gebouw aan de rand van een besneeuwd park. Alle journalisten en andere genodigden staan in de vrieskou te wachten om naar binnen te gaan, terwijl de bus met de renners voor de deur staat. Het duurt even voordat we naar binnen kunnen. Na een korte wandeling over de rode loper haal ik mijn perskaart op en ga naar de zaal waar de presentatie zal worden gehouden. De entourage is indrukwekkend, het gebouw is prachtig en alles is uitstekend verzorgd. Overal staat water, er zijn verse sapjes en de koffie is (hoe kan het ook anders op een Italiaanse ambassade) verrukkelijk.

Voor aanvang van de presentatie zie ik al wat renners en rensters lopen in hun mooie wielertenue. Afgetrainde, jonge mensen die een ontspannen indruk maken en vooral veel plezier hebben met elkaar.
Ik ga de zaal binnen en zoek een plekje, als de presentator iedereen verwelkomt en de Italiaanse ambassade hartelijk dankt voor de gastvrijheid en hiermee het team de kans biedt zich te presenteren op een prachtige, statige locatie, die veel sfeer toevoegt aan de teampresentatie.

Het team Giant Alpecin rijdt voor het tweede jaar met een Duitse licentie, daarom vindt deze presentatie plaats in Berlijn. Er volgt een terugblik op 2015, waarin het team het fantastisch heeft gedaan. John Degenkolb won Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix en Tom Dumoulin werd 6e in het eindklassement van de Vuelta.

AfbeeldingIwan Spekenbrink vertelt dat wielrennen een keiharde sport is, die door de begeleiding van het team als een proces gezien wordt. “Het aantrekken van talent dat past bij de stijl van werken van het team gaat altijd door. Het team bestaat uit renners van verschillende nationaliteiten, maar fietsen is wat hen met elkaar verbindt.” Spekenbrink benoemt dat team Giant Alpecin ambassadeur voor Duitsland wil zijn, onder andere door zich te focussen op talentontwikkeling. Men wil jonge mensen inspireren om te gaan fietsen en zich daarin te ontwikkelen. Het enthousiasme spat van zijn gezicht als hij hierover praat.

Er is veel aandacht voor alle genodigden. Natuurlijk komen de hoofdsponsoren aan het woord: James Hu (Vice President Global Marketing Giant) en Eduard Dörrenberg (Managing Director Alpecin). “Fietsen ontwikkelt zich steeds meer wereldwijd. We vinden het daarom belangrijk ook wereldwijd samen te werken om het wielrennen steeds verder te ontwikkelen” vertelt James Hu. Eduard Dörrenberg noemt wielrennen ‘het nieuwe golf’ en wil het product globaliseren. Alpecin wil als sponsor van dit wielerteam het merk en het team ontwikkelen. Zij willen niet alleen jong talent ontwikkelen, maar ook laten zien hoe het is om een profwielrenner te zijn. Bovendien willen zij graag inzicht bieden in het bedrijfsleven en duidelijk maken wat erbij komt kijken als je een leven op wilt bouwen ná een professionele wielercarrière. Alpecin vindt het belangrijk om jonge mensen dit soort kansen te geven en maakt hierbij ook gebruik van e-learning, bijvoorbeeld om Engels te leren. Er is immers ook een leven na het fietsen! Het is belangrijk je daar bewust van te zijn en je daar zo goed mogelijk op voor te bereiden. Alpecin vindt het van groot belang deze aspecten ook mee te nemen in het geheel.

Ook wordt de begeleiding van de wielerploeg voorgesteld aan de genodigden.Afbeelding 1 Rudi Kemna zegt het team naar een hoger niveau te willen tillen en Hans Timmermans (coach van het damesteam Liv Plantur) geeft aan dat hij graag de vele jonge rensters in zijn team goed op de rit wil krijgen. Om dit zo optimaal mogelijk te doen, werkt de begeleiding met een ‘performance plan’: doen we het goed? Is er een kleine verandering nodig of moeten we echt een hele andere aanpak kiezen om beter te presteren?

Dan is het zover, alle renners en rensters worden een voor een gepresenteerd aan het publiek, eerst de mannen, daarna de vrouwen. Voor iedereen is er aandacht en applaus. De teamleden genieten ervan, je kunt het plezier van hun gezichten aflezen. De presentatie verloopt heel gevarieerd. Van Udo Sprenger krijgt de jarige John Degenkolb de prijs ‘Duitse wielrenner van het jaar’ uitgereikt, waarmee hij erg blij is.

Een aantal renners wordt vervolgens kort geïnterviewd, waarbij het opvalt hoeveel zin iedereen heeft in het nieuwe seizoen. Aan de motivatie ontbreekt het in elk geval niet!

Tom Dumoulin vertelt dat zijn focus dit seizoen op de tijdrit ligt. “Ik wil super zijn in de Giro” zegt hij. Floortje Mackaij van Liv Plantur vertelt dat zij een vierjarig contract bij de ploeg heeft getekend. Na deze interviews krijgen de fotografen ruimschoots de gelegenheid om alle renners op beeld vast te leggen, als groep en individueel.


Als alle foto’s gemaakt zijn, verlaat iedereen de zaal en gaat het gezelschap naar een image6-1andere ruimte, waar journalisten de renners uitgebreider kunnen interviewen. Hier in de buurt is ook een persruimte ingericht, waar de opgenomen interviews direct verwerkt en gemonteerd worden, zodat ze zo snel mogelijk kunnen worden uitgezonden.

 

Ik heb meerdere mensen gesproken en gevraagd naar hun ervaring met de kousen van Herzog Medical. Iedereen is uitermate positief. Met name het feit dat de renners zoveel vliegreizen maken om van het ene trainingskamp naar het andere te gaan en evengoed moeten fit moeten zijn en moeten presteren, maakt dat zij veel voordeel halen uit het dragen van deze kousen. Ook gebruiken zij de kousen voor sneller herstel na een zware training of wedstrijd en zij geven allemaal aan hier enorm profijt van te hebben.

Tijdens de interviews wordt direct duidelijk hoe het leven van een profwielrenner eruit ziet. De een vertrekt diezelfde dag nog naar een trainingskamp in Spanje, de ander gaat naar Australië voor de ‘Tour Down Under’ die daar half januari van start gaat en ook een trainingskamp in Qatar eind januari wordt genoemd. Ik weet nu in elk geval wat zij zullen dragen in het vliegtuig: de compressiekousen van Herzog! Daarmee zullen zij fit uit het vliegtuig stappen en meteen in staat zijn de volgende dag weer te knallen op de racefiets.

In dit filmpje vertelt Laurens ten Dam over de compressiekousen van Herzog Medical.

 

Berlijn, ik hou van je…

En alleen de vogels vliegenimage7
van Oost- naar West-Berlijn.
Worden niet teruggefloten, ook niet neergeschoten.
Over de muur, over het ijzeren gordijn
omdat ze soms in het westen,
soms ook in het oosten willen zijn…

Slechts een uur vliegen en je bevindt je in een andere wereld. Van +8 graden naar -7 graden met 20 centimeter sneeuw.
Berlijn, een historische stad, verstopt onder een witte deken van sneeuw. De Brandenburger Tor, het Joods monument, Unter den Linden, de Rijksdag, allemaal gehuld in een witte jas. Dat levert sprookjesachtig beelden op.

image1
Nooit eerder was ik in deze stad. Het voelt bijzonder om er nu te zijn en haar in deze winterse omstandigheden te ervaren. Wat opvalt in Berlijn is de rust. Weidse vergezichten, veel bomen en parken, maken dat je bijna vergeet dat je in een grote stad bent. Vanaf mijn hotel is het een dik uur lopen naar het historische hoogtepunt van Berlijn: de Muur.

Na een flinke wandeling kom ik bij de muur aan. Geen mens te zien, slechts een wit sneeuwveld en restjes van wat ooit een lange muur was. De muur die werelden scheidde, families verscheurde. Ik word stil als ik ‘m zie. De sneeuw dempt het weinige geluid dat er nog is in de vrieskou.

Het is een vreemde ervaring op deze bijzondere plek te zijn. “Sta ik nu in Oost of West?” denk ik. Ik kijk op de kaart op mijn telefoon en zie dat ik in Oost sta. Verderop zie ik een opening tussen de resten van de muur. Ik sta stil, neem twee stappen en denk “nu sta ik dus in West-Berlijn”. Het zijn echt maar twee stappen. Ik realiseer me op dat moment zo goed het verschil tussen toen en nu, al is het moeilijk voor te stellen hoe het er destijds moet zijn geweest, toen de muur nog niet was neergehaald.

Zo’n middag door een besneeuwde vreemde stad wandelen is voor mij echt genieten. Lopend neem ik zo’n omgeving het beste in me op. Je kunt rustig om je heen kijken en door de krakende sneeuw onder mijn voeten ben ik gedwongen langzaam te lopen, wat de intensiteit alleen maar versterkt.

Koud en met vermoeide benen plof ik op de Kurfürstendamm neer in een echte Duitse biersalon. Een groot glas vers getapt bier voor mijn neus. Te moe om een ander restaurant te zoeken, blijf ik hier maar om een onvervalste ‘schnitzel mit pommes’ te nuttigen.

De volgende dag moet ik werken bij de perspresentatie van het wielerteam van Giant Alpecin. Ik had dit keer dus maar kort de tijd om iets van deze leuke stad te zien. Voorlopig overheerst het gevoel terug te willen naar deze fantastische stad. Een citytrip van 3-4 dagen, maar dan in het voorjaar of de zomer, zodat ik kan zien hoe groen Berlijn is als er blaadjes aan de bomen zitten. Ik heb de witte versie nu gezien en ben benieuwd naar de groene variant.

Ik ging in twee dagen tijd van West naar Oost en weer van Oost naar West,IMG_4972 heel gemakkelijk, met een vliegtuig en mijn paspoort. Dat is pure vrijheid!

Omdat ze soms in het westen, soms ook in het oosten willen zijn…

Botte pech…

Willem kerstpak

Het is half oktober 2007, eind van een vrijdagmiddag in het Poortgebouw in Leiden. Met een dikke buik zit ik te wachten op de twintig weken echo van mijn ongeboren kind. “Ben je je bewust van het feit dat je ook iets met de uitslag moet als je zo’n echo laat maken?” had de verloskundige tegen me gezegd. Jazeker, dat was ik. Enigszins nerveus was ik dus ook. Je hoopt toch met heel je hart dat er geen afwijkingen gevonden worden tijdens zo’n onderzoek.

De echo verloopt goed, alles ziet er prima uit. Dan begint de echoscopiste wat tegen de rechterkant van mijn buik te duwen. Ze raakt lichtelijk geïrriteerd en zegt dat ze het rechterbeentje niet goed in beeld krijgt. Ik voel mijn maag samenknijpen. “Dit is foute boel” denk ik. Na het nodige gepor tegen mijn buik en flink gezucht van de echoscopiste, laat zij uiteindelijk zien dat er inderdaad iets niet goed is. In het rechter onderbeen wordt maar een bot zichtbaar, terwijl dat er toch echt twee moeten zijn. Ook heeft het voetje een vreemde stand.
“Wat het precies is weet ik niet, dat zal nader moeten worden onderzocht in het LUMC, maar helaas daar is de poli net gesloten. Bel je verloskundige om af te spreken wanneer je daar terecht kunt.” Ik krijg nog een formulier in mijn handen gedrukt. Of ik dat nog even wil invullen zodra duidelijk is of haar beeld juist was. Dat formulier is thuis de prullenbak in gegaan.

Volledig lamgeslagen gaan we naar huis. Er is iets niet goed, dat is duidelijk. Wat dat nou precies betekent, is volstrekt onduidelijk.
Thuis gekomen bel ik de verloskundige en vertel wat ik te horen heb gekregen. “Het is erg druk in het LUMC, ik weet niet of je daar maandag al terecht kunt” zegt ze. “Het maakt me niet uit hoe je het regelt, maar je zorgt er maar voor dat ik maandag zo snel mogelijk aan de beurt ben” zeg ik. Deze onzekerheid is ondraaglijk. Het wordt het slechtste weekend uit mijn leven.

De maandag daaropvolgend wordt tijdens een echo in het LUMC duidelijk dat mijn kind fibula aplasie heeft. Hij mist in zijn rechterbeen het kuitbeen, dit beentje is 15% korter dan zijn linkerbeen en zijn voetje heeft inderdaad een vreemde stand. Hoeveel tenen het voetje heeft krijgen ze niet goed in beeld. Tijdens deze echo horen we ook dat we een zoon krijgen. Bij mijn eerste zwangerschap vond ik het leuker het geslacht van de baby niet te weten, maar in deze omstandigheden biedt dit soort informatie troost. De gynaecoloog komt erbij en legt uit wat fibula aplasie is. Ook laat ze een foto zien van een kindje dat deze aangeboren afwijking heeft. Het is zeldzaam; slechts vijf keer per jaar komt dit voor in Nederland. Meer dan dat het in de 8e of 9e week van de zwangerschap mis gaat, weten de artsen niet. Botte pech dus!
De rest van mijn zwangerschap is zwaar. Ik ga halve dagen werken en probeer de tweede helft van mijn zwangerschap informatie in te winnen over de mogelijke scenario’s. Meer kan ik niet doen en informatie geeft grip.

Via via komen we in contact met dokter Diepstraten in het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Als kinderorthopeed heeft hij veel ervaring met fibula aplasie. Hij vertelt dat we eigenlijk moeten hopen dat het voetje zo ‘slecht’ is (3 tenen of minder), dat het geamputeerd moet worden. In dat geval zijn er namelijk geen andere opties. Hij zal dan een syme-amputatie krijgen en daarna een volledige prothese. Kinderen met zulke prothese lopen het beste. Hoewel dit heftige informatie is, is de duidelijkheid van de arts prettig. Hij legt uit dat wanneer er meer tenen zijn, er ook het alternatief van botverlenging is. Dat kan echter pas vanaf 8 jaar en betekent kunst- en vliegwerk tot die tijd en veel ziekenhuisopnames. Dat klinkt weinig aantrekkelijk.

Bij de bevalling blijkt dat het voetje inderdaad ‘slecht’ is. Ik had gedacht dat dat het eerste zou zijn dat ik wilde weten zodra Willem geboren was, maar pas na een halve dag vroeg ik aan mijn man ‘hoe ziet dat voetje er eigenlijk uit?’ Grappig hoe zelfs dit soort dingen relatief worden zodra je mooie pasgeboren kind naast je ligt in het ziekenhuis.

Toen Willem 14 maanden was is hij door dokter Diepstraten geopereerd. Gewoon dagopname, onvoorstelbaar. Zes weken later werd zijn eerste prothese al aangemeten en inmiddels weten we niet eens meer zeker of hij nu op zijn 8e of 9e been loopt.

Zijn prothese belemmert hem niet. Hij haalde binnen 9 maanden allebei zijn zwemdiploma’s, zit op hockey, heeft laatst voor het eerst geschaatst en doet altijd mee aan hardloopevenementen. Afgelopen zaterdag liepen we samen de Rotary Santa Run, in kerstmannenpak. Op zulke momenten ben ik nog trotser dan anders op mijn zoon.’Hij doet dit toch maar allemaal’ denk ik dan. Hij heeft enorm doorzettingsvermogen en laat zich door niets of niemand weerhouden om te doen wat alle kinderen doen.
Waar ik me tijdens mijn zwangerschap nog grote zorgen maakte over het onbekende, vergeet ik nu soms zelfs dat hij een prothese heeft. Het ultieme accepteren is dat…

(De fantastische protheses van Willem worden gemaakt bij Noppe Orthopedie)

Relax!

images-5
Op mijn buik lig ik, mijn gezicht op een zachte handdoek. Warme olie wordt op mijn rug geschonken. Ik voel mijn lijf ontspannen. Dan volgt de aanraking van fluweelzachte, maar stevige handen. Ze onderzoeken mijn lijf. Mijn nek, mijn schouders, mijn rug, de bovenkant van mijn billen. Spanning, knopen, stramme spieren. Op sommige plekken houden de handen stil en wordt er flink gedrukt. Pijn is fijn, dat klopt dus echt in dit geval. Je voelt dat er wat nodig is in je lijf om die pijnlijke plekken weg te krijgen. Stress slaat zich op in je lijf. Hoe ik ook probeer om dat te voorkomen, het lukt helaas nooit helemaal.

Via via kwam ik terecht bij Marloes Hansen. Zij is fysiotherapeut en heeft daarnaast haar eigen massagepraktijk: Feelgood Marloes Hansen. Ik had wel eerder massagebehandelingen gehad, door verschillende mensen. Dan weet je ook wat je prettig vindt. Ik houd dus van stevig. De eerste keer dat ik Marloes zag, dacht ik: ‘leuke meid, sportieve look, klein, ik ben benieuwd wat zij met haar handen kan’.

De massageruimte van Marloes ademt een prettige sfeer uit. Wit en grijstinten, verzorgd, net als Marloes zelf. Ik voelde me direct bij haar op mijn gemak. Omdat Marloes fysiotherapeut is, merk je meteen haar deskundigheid. Tijdens de massage heb je het idee dat ze in haar hoofd een lijstje maakt van de knelpunten. Daarna volgt de uitvoering van het stappenplan. Stap voor stap worden de problemen aangepakt.

Tijdens het masseren praat Marloes met me. We hebben een klik, het zijn leuke gesprekken. Teveel praten kan storend zijn tijdens zo’n behandeling, maar Marloes weet precies de juiste balans hierin te vinden.

Na afloop blijf je nog even liggen en dan moet je langzaam overeind komen. Heel rustig, want je hebt een half uur op je buik gelegen met je ogen dicht. Dan schenkt Marloes nog een glas water voor je in en is de behandeling klaar.

De dagen na de massage heb ik altijd het gevoel dat de klachten erger zijn geworden. Met name de aanhechtingen rond mijn schouderbladen voelen dan behoorlijk beurs. Maar na een dag of drie is het er opeens: verlichting! Wat voelt mijn lijf heerlijk soepel!

Zeker in de drukke decembermaand zijn deze massages een genot. Even vluchten, ontsnappen uit de hectiek. Je waant je voor een half uur echt in een andere wereld. Ik laat me nu om de drie weken masseren en kijk alweer uit naar de volgende keer. De eerste keer had ik een lichaamsmassage van een uur, de laatste keren heb ik een rug-, nek-, schoudermassage gehad. Die laatste herhaal ik regelmatig, de lichaamsmassage doe ik over een tijdje weer.

De massages zijn cadeautjes aan mezelf, blij dat ik zo’n goede cadeauwinkel heb ontdekt. Dankjewel Marloes!

De blog die je wist dat zou komen…

1bdac298061e2eb38b8b526a5831ea61

Kort aangebonden, prikkelbaar, onrustig, nerveus, opgefokt. Slechts een paar omschrijvingen van mijn gemoedstoestand sinds 23 oktober. De dag ervoor nam ik het besluit, ik ging stoppen met roken.

Ooit op mijn zeventiende begonnen met de meest afschuwelijke verslaving. Keurig gestopt tijdens mijn twee zwangerschappen en ja, ook na elke bevalling weer begonnen. Erfelijk belast met het rokersgen. Makkelijk natuurlijk, gewoon mijn vader de schuld geven. Lekker de schuld buiten jezelf leggen. Verslaafden vinden altijd wel een reden waarom ze door kunnen gaan met hun slechte gewoonte. Dat het ontzettend ongezond is, dat mijn kinderen steeds vaker zeiden dat ze wilden dat ik stopte, dat ik merkte dat ik vaak rookte uit gewoonte en verveling, het maakte jarenlang niets uit.

Het spookte al een dag of twee door mijn hoofd tijdens de herfstvakantie. Tijdens de hardlooprondjes die ik daar deed, merkte ik dat ik last had van mijn rokerslongen. Ik wilde er vanaf. Het was klaar. Die bewuste donderdagavond heb ik om vijf voor twaalf ’s avonds mijn laatste sigaret gerookt. Nee, het pakje was niet leeg. Er zaten nog vier sigaretten in toen ik het even na twaalven in de prullenbak van ons vakantiehuisje gooide.

Om mijn besluit wereldkundig te maken, deelde ik het op Facebook en Twitter. Als iedereen het wist, had ik een extra stok achter deur om mijn besluit kracht bij te zetten. De steunbetuigingen waren overweldigend. Vooral op Twitter had ik aanvankelijk de neiging er voortdurend over te schrijven. Tot ik een appje van een vriend kreeg. Hij had me op Twitter ontvolgd. ‘Ik lees je wel weer als je stopt met tweeten over het feit dat je gestopt bent met roken’ schreef hij. Oei, die kwam binnen. De spiegel werd me weer eens voorgehouden. Ik was eerst pissig en vond het heel stom van hem. Toen ging ik nadenken en zag dat hij eigenlijk wel een punt had. Ik moet dit op eigen kracht doen. Heb de support van mijn naaste familie en vrienden nodig, maar ik hoef het er niet de hele tijd over te hebben. Nu dan toch een blog erover. De blog die je wist dat zou komen 😉

Op de eerste dag dat ik gestopt was met roken, zijn Remko en ik uit eten gegaan. Alcohol is de ergste trigger, maar ik heb ‘m toch meteen opgezocht. Een kroeg in, mijzelf een weg banende door een rokende menigte die voor de ingang stond te stomen. Ik heb het overleefd. Of het makkelijk was? Nee! Het is de hel, afzien, verschrikkelijk moeilijk, maar ik hou vol!

Nooit meer stress of ik nog wel sigaretten heb, nooit meer staan kleumen in de kou als iedereen lekker binnen zit, nooit meer zo’n kuchje bij het wakker worden, nooit meer een slechte adem en ga zo maar door. En hoewel het verschrikkelijk moeilijk en zwaar is, overheerst uiteindelijk toch het trotse gevoel dat het me lukt, dat ik een niet-roker ben geworden. Nooit gedacht dat ik dat nog eens zou schrijven…

Een jaar later…

2014-2015
De vakantie is voorbij, het echte leven is weer begonnen. Mijn kinderen zijn blij dat ze weer naar school kunnen en ik vind het stiekem ook wel lekker dat alles na zes weken weer het normale ritme aanneemt.

De zomervakantie was anders dit jaar. Voor het eerst sinds vijftien jaar ben ik ontspannen vertrokken. Niet uitgeput door een stressvolle baan, geen mailbox hoeven opruimen voor vertrek, geen overdracht aan collega’s en hopen dat alles goed verloopt tijdens je vakantie. Heerlijk twee weken naar Samos met mijn gezin, extreem luieren en genieten van zon, zee en strand. Niet aan je werk denken tijdens de vakantie, niets dat je opeens aanvliegt. Ik vond het een bijzondere ervaring. Het verschil met de vijftien jaar daarvoor was groot. Ik genoot nu meer van mijn vakantie dan al die jaren daarvoor. Wat ook fijn was, was dat er geen 300 e-mails op mij wachtten bij thuiskomst. Ik mis dat niet.

In ‘Sprong in het diepe’ schreef ik over hoe mijn leven vorig jaar eind augustus veranderde. Hoewel ik mijn ‘nieuwe’ leven weer naar tevredenheid op de rit heb, heb ik toch wat last van terugkijken naar wat achter me ligt. De verschillen vallen me op. Hoe raar kwam ik vorig jaar terug van vakantie. Van uitgerust naar randje overspannen in een paar weken tijd. Gekwetst was ik, boos, verdrietig, teleurgesteld. Op 5 september vorig jaar leverde ik mijn ontslagbrief in. Na drie maanden thuis te zijn geweest kwamen er allerlei nieuwe werkzaamheden op me af, waar ik inmiddels ook alweer mee gestopt ben.

Na de nodige zelfreflectie denk ik dat dat nieuwe (vrijwilligers)werk te vroeg kwam. Ik wilde te graag weer ergens bij horen, ik wilde bewijzen dat ik echt wel ergens goed in ben. Niet dat ik dat niet wist, maar door wat er op mijn vorige werk gebeurd was, had mijn zelfvertrouwen een deuk opgelopen. Ik wilde zelf mijn litteken hechten. Het resultaat was dat ik mezelf voor 100% stortte op mijn nieuwe werkzaamheden, mezelf helemaal gaf. Ik kreeg vanaf het begin veel vertrouwen en dat was op dat moment waar ik grote behoefte aan had. Doordat ik verschillende baantjes had, was mijn week alweer snel propvol en had ik alsnog te weinig tijd voor mijn kinderen. Het voelde wel zo dat ik leefde, meetelde, iets toevoegde en mijn kwaliteiten benutte.

Op een bepaald moment merkte ik dat een en ander niet was wat ik ervan verwachtte. Ik heb gesprekken gevoerd, aangegeven wat ik anders wilde en waarom en waar ik tegenaan liep. Helaas kwamen we daar niet in alle gevallen uit. Door de periode die achter me ligt weet ik heel goed wat ik absoluut niet meer wil in een werksituatie. Ik wil betrokken worden, vertrouwen krijgen, kunnen meedenken en geen top-down benadering. Als dat op een gegeven moment niet mogelijk blijkt te zijn, trek ik de stekker eruit. Ik wil doen wat ik leuk vind, waar ik goed in ben en ik wil waardering. Ik vraag om feedback, maar ik wil ook complimenten voor mijn werk en tijdig horen wanneer er dingen anders moeten.

Nu werk ik alleen nog bij Remko, mijn man. Drie dagen per week. Ik geniet meer van mijn kinderen, heb meer tijd voor ze. Het werk bij Remko is leuk en afwisselend en ik word daar gewaardeerd. Nu al die andere werkzaamheden beëindigd zijn, heb ik eindelijk de balans gevonden die ik zocht. Ik lees de krant weer, lees weer boeken, ik kook weer. Allemaal dingen waar ik geen aandacht meer voor had of tijd voor maakte. Het sporten heb ik ook weer opgepakt. Afgelopen weekend zat ik sinds 2,5 maand zelfs weer op de racefiets. Blij word ik daarvan.

Hoewel terugkijken naar het najaar van 2014 nog steeds wel een beetje pijn doet en de periode die daarop volgde een combinatie was van mooie ervaringen en leermomenten, merk ik dat het goed is geweest dat het zo is gegaan. Ik ben gegroeid als persoon. Ik weet nu beter wat ik wel en niet wil.

Het is leven is mooi zo. En dat litteken? Dat jeukt nog steeds af en toe, maar het wordt steeds onzichtbaarder…

Ik ben compleet…

IMG_1230

Wat een memorabele dag was het: 16 juli 2015. De dag waarop ik dat felbegeerde rijbewijs haalde. De zon scheen buiten en om 15 uur die dag scheen de zon ook in mijn hoofd.
‘Heb jij geen rijbewijs?!’ Die vraag is me de afgelopen 23 jaar zo vaak gesteld. Bij het beantwoorden van die vraag voelde ik altijd schaamte. Een volwassen vrouw zonder rijbewijs, dat verwacht je niet. En als je me wat beter kent, verwacht je het nog minder. De afgelopen jaren nam het gevoel van schaamte toe. Ik vond het steeds gênanter worden dat ik niet bij de grotemensenwereld hoorde. Want zo voelde het.

Tijdens mijn studie en werk in Amsterdam miste ik dat roze papiertje niet zo. De treinverbinding die kant op was prima en ik was eraan gewend met het openbaar vervoer te reizen. Vanaf het moment dat ik kinderen kreeg werd het ongemak groter. Door weer en wind met een bakfiets vol kinderen naar de zwemles, ophalen bij vriendjes en vriendinnetjes, brengen en halen naar school en buitenschoolse opvang, alles deed ik op de fiets. Nee, je smelt niet van regen, maar leuk was anders.

Net als de meeste mensen ben ik gestart met rijlessen toen ik achttien werd. Na ongeveer dertig lessen vond mijn rijinstructeur dat ik wel kon afrijden. Wat ik me van dat examen herinner, is dat het helemaal niet slecht ging. Het examen zat er bijna op. Ik zag het CBR al opdoemen en helaas, ik miste een zijstraat van rechts, waar net een auto uit kwam rijden. Ingreep, gezakt. Ik ben daarna de tel een beetje kwijt geraakt. Volgens mij heb ik nog vijf keer rijexamen gedaan. Ja, ook staatsexamen, dat werd ‘m ook niet. Inmiddels was ik met mijn hbo-opleiding begonnen en merkte ik dat het halen van mijn rijbewijs belangrijker werd dan mijn studie. Dat leek me de omgekeerde wereld. Dus ben ik gestopt. Bovendien had ik een enorme weerzin ontwikkeld tegen autorijden en ik had een pesthekel aan het CBR.

In de jaren die volgden werd me natuurlijk regelmatig door mensen uit mijn omgeving gezegd dat het toch goed zou zijn als ik het autorijden weer op zou pakken. Hoewel ik vond dat ze gelijk hadden, ik deed het niet. Ik durfde niet. Ik was bang dat het me niet zou lukken. Ik schoof het voor me uit en creëerde ondertussen een donkere wolk boven mijn leven. Hoe zonnig het ook verder was, de wolk bleef. Altijd op de achtergrond. Een los eindje, terwijl ik daar absoluut niet van houd.

Ongeveer twee jaar geleden zat ik op een woensdagavond een keer te appen met een vriendin. Zij wist niets van de achtergrond van mijn rij-aversie. ‘Het wordt mijn doel jou je rijbewijs te laten halen’ schreef ze. De volgende dag kreeg ik linkjes doorgestuurd van twee verschillende rijscholen. Ik voelde het kriebelen, had het gevoel dat ik deze hobbel nu eens zou moeten nemen. Ik heb de websites van die rijscholen bekeken en koos Verkeersschool Jeroen. Vrijdagochtend heb ik moed verzameld en gebeld. Ik vertelde mijn verhaal en benadrukte mijn vervelende ervaringen met het CBR. Tijdens dat telefoontje voelde ik fysiek alles dat ik destijds voelde tijdens de rijexamens. Toch heb ik doorgezet en een afspraak gemaakt voor de week daarna.

Helemaal opnieuw beginnen hoefde niet, ik was het gelukkig niet helemaal verleerd. Ik zat als moeder van twee kinderen toch anders in de auto dan toen ik achttien was. Dat verschil merkte ik goed. Een groot verschil met vroeger was het theorie-examen. Drie keer heb ik erover gedaan om dat te halen. Daarna volgde de tussentijdse toets, die nu verplicht is om überhaupt te mogen afrijden. Als je daarbij de bijzondere verrichtingen goed uitvoert, hoef je ze niet meer te doen tijdens je examen. Verschrikkelijk nerveus was ik voor die toets, maar ik heb ‘m gehaald en de vrijstelling was binnen. Ik mocht gaan afrijden!

Op 16 juli was het zo ver. De nacht ervoor heb ik in mijn dromen uren auto gereden. Ik droomde dat je gebeld werd of je geslaagd was en ik werd maar niet gebeld. Wat een hel! Voorafgaand aan mijn examen had ik eerst nog vijf kwartier ‘gewoon les’. Daarna waren de zenuwen onder controle. Mijn examen ging goed. Na afloop aan de tafel bij de examinatrice hoorde ik de magische woorden: ‘gefeliciteerd Merlijn, het is gelukt, je bent geslaagd’!
Ik gaf een gil en kon het bijna niet geloven. Ik ben volgens mij nog nooit zo blij geweest, behalve bij de geboorte van mijn kinderen. De dagen daarna was ik doodmoe van alle emoties en de stress. Pas toen ik afgelopen maandagochtend mijn rijbewijs ophaalde en vervolgens zelf in de auto naar mijn werk ben gereden, was het werkelijkheid. Het zware blok is definitief van mijn schouders. Ik voel mij letterlijk een ander mens. Ik ben compleet nu…