Stel iemand de vraag hoe het met hem of haar gaat en je zult vaak hetzelfde antwoord
krijgen: “druk!” Bedenk maar eens van welke mensen in je omgeving je een ander antwoord zou krijgen en sta er dan meteen eens even bij stil waarom dat is. Wat doen zij anders? (Waarom) hebben zij het niet druk, of tenminste, waarom ervaren ze het niet zo?
Hebben we het nou allemaal echt zo druk? Maken we het zelf druk of ervaren we het vooral als druk?
Ik moet bekennen dat ik er zelf vaak last van heb. Dat het me aanvliegt, de volle agenda, alle lijstjes, mailtjes, alle dingen die moeten. Misschien is het een generatiedingetje, maar toen ik eind 2014 ontslag nam , besloot ik dat ik alleen nog maar wilde doen wat ik leuk vond. In de basis dan natuurlijk, want er zullen altijd dingen in het leven zijn die je gewoon moet doen, ook al vind je ze stom. Als ik dit punt nader bekijk heb ik het echt wel goed voor elkaar. Ik heb een prachtig gezin, ontzettend leuke, slimme kinderen, we zijn alle vier gezond en ik ben net mijn eigen bedrijf begonnen. Ik volg mijn passie en richt me op mijn persoonlijke ontwikkeling, iets dat ik in die 15 jaar loondienst veel te weinig heb gedaan.
Een jaar nadat ik bij de Tandprothetische Praktijk Brouwer (het bedrijf van mijn man Remko) begon te werken, ging het kriebelen. Ik merkte dat ik geestelijke uitdaging miste. Het werk bij Remko is leuk en het voelt fijn om hem te helpen. Destijds was een van de redenen voor deze constructie, dat ik meer tijd en aandacht voor de kinderen zou hebben. Dat is goed gelukt. Er is een middag buitenschoolse opvang afgegaan, omdat ik nu op maandagmiddag zelf de kinderen uit school haal. Mijn dochter Ellemijn heeft al best veel huiswerk in groep 6 en wanneer dat in het weekend niet af is, doen we dat op maandagmiddag. Het is heerlijk dat ik nu zo nauw betrokken ben bij wat mijn kinderen doen. Ik breng veel meer tijd met ze door vergeleken met vroeger. Groot pluspunt dus!
Ondanks al die extra vrije tijd die ik erbij had gekregen, merkte ik dat mijn hersens lui werden. Ik had meer nodig dan alleen het werk op de zaak. Wat ook een rol speelde, was het feit dat ik graag ‘iets van mezelf’ wilde hebben. Bij een familiebedrijf gaat het thuis tenslotte ook vaak over het werk. Dat geeft niet, maar voor mijn balans is het noodzakelijk dat er iets anders tegenover staat. Bij voorkeur werk waar ik mijn tanden in kan zetten en waarin ik me kan ontwikkelen. Schrijven was altijd al een passie van me en via via raakte ik verzeild in de journalistiek. Opeens was ik artikelen voor een tijdschrift (Feminin) aan het vertalen, iemand aan het interviewen om er vervolgens zelf een artikel over te schrijven en deed ik de eindredactie van de laatste editie van dit tijdschrift. Blij werd ik ervan. Dit was wat ik wilde! Van het een kwam het ander en zo werd me de kans geboden om vertaalwerk voor inCycle te gaan doen. Omdat ik het schrijven en vertalen verder wil ontwikkelen, ben ik Bureau Lijn begonnen. De komende periode wil ik tijd vrij maken om mijn bedrijf verder uit te bouwen.
Dik tevreden ben ik dus. Ik heb de geestelijke uitdaging die ik zocht vrij snel gevonden. De perfectionist in mij maakt dat het wel weer opnieuw zoeken is naar een goed evenwicht tussen werk en privé. Mijn hoofd zit vol ideeën en zaken die ik moet regelen, ik wil graag een goed lopend bedrijf krijgen, maar dit mag niet ten koste gaan van de kinderen en mijn gezin. Gelukkig kan ik vrij goed organiseren en weet ik welke hulpmiddelen ik daar bij nodig heb. De familyplanner biedt uitkomst. In een oogopslag overzicht voor een hele maand. Hij hangt op de wc beneden, zodat ook man en kinderen erop kunnen kijken. Ik voel me thuis heus nog vaak de secretaresse die alle gezinsleden moet herinneren aan activiteiten, maar ik probeer ook te verwijzen naar de planner. ‘We hebben dat ding niet voor niets!’, roep ik met enige regelmaat.
Feit blijft dat ik het veel vind. Werk, mail van school, mail van BSO, honderdduizend digitale nieuwsbrieven, partijtjes, verjaardagen, hockeytrainingen en -wedstrijden, fluiten, rijden, bardienst, noem het allemaal maar op. Waar ik voorheen nooit iets vergat, gebeurt me dat de laatste tijd wel eens. Ik accepteer dat maar. Ik zie het als een signaal, dat er in de hoeveelheid dingen die er op je af komt, wel eens iets tussendoor glipt. So be it!
Om toch voor voldoende ontspanning te zorgen en er af en toe even tussenuit te knijpen, sport ik. Nu vooral weer op de racefiets. Het is mijn manier om te ontsnappen aan de hectiek en mijn hoofd leeg te maken. Daarnaast dwing ik mezelf niet te laat naar bed te gaan. Uitgerust kan ik simpelweg meer hebben. In bed nog lekker lezen of een aflevering van House of Cards kijken, dat werkt voor mij.

Ook ben ik begonnen met meditatieles. Eens per drie weken anderhalf uur genieten in stilte. Dat had ik eerder moeten doen! Op zolder ga ik een meditatieruimte inrichten, zodat ik me daar terug kan trekken als ik dat nodig heb. Mijn kinderen zitten ook op meditatieles, dus wie weet gaan zij ook gebruik maken van deze ruimte.
Al met al is het dus geen drama als je het druk hebt. Je creëert het voornamelijk zelf. Daarover klagen heeft weinig zin. Ik ben kritisch op mijn agenda; als ik merk dat hij teveel vol loopt, ga ik strepen. Dan maar een afspraak minder. Uiteindelijk gaat het er wat mij betreft om te kunnen focussen op wat ik belangrijk vind. Egoïstisch? Zelfbescherming denk ik…

In maart start voor mij altijd het hardloopseizoen. Niet dat ik nou zo vaak en regelmatig ga hardlopen, maar bij mij in het dorp vindt in die maand altijd de eerste loop van het seizoen plaats: de Voorschotenloop.
ij hardlopen) voor, dat de klappen op de arm en elleboog worden opgevangen. Daarnaast is er minder opbouw van melkzuur in de armspieren en dus minder kans op het ontstaan van kramp. Je hebt tijdens het lopen minder last van schokken, trillingen en pijn in je
armen en ellebogen. Ook verkort je met deze sleeves je hersteltijd. Het is wel even wennen om die strakke dingen aan te trekken en zolang je nog niet aan het rennen bent voelen ze behoorlijk krap. Tijdens het hardlopen voelt het echter verbazingwekkend prettig. Niet dat ik nou van die zwabberarmen heb, maar met de sleeves voelen je armen strak en aangenaam aan; je armen lijken lichter. Net als bij de
. Mijn man Remko ging dezelfde afstand lopen, maar die loopt een veel hoger tempo, dus hebben we hem maar snel voor ons uit laten gaan. Meester Ruud, de gymleraar van school, riep nog even toe dat hij het knap vond van Ellemijn en dat ze niet te snel van start moest gaan. Om ons heen veel mensen, veel pubers ook. Met ingespannen gezicht liep mijn dochter daar, om zich heen kijkend naar de middelbare scholieren die aan het wandelen waren en het niet volhielden. Ik bepaalde ons looptempo en Ellemijn deed het echt super. Twee keer hebben we heel even stil gestaan om de benen te strekken en toen was daar de finish al in zicht! Juichend gingen we over de streep, waar meester Ruud speciaal voor Ellemijn nog even terug was gelopen om haar te feliciteren. Ook papa en opa en oma stonden natuurlijk te juichen. Een groot feest was het.
en de reden dat ik aanwezig ben bij de teampresentatie in Berlijn. Tijdens de vliegreis draag ik de kousen zelf ook; dat doe ik eigenlijk altijd. Het dragen van compressiekousen bij lange autoritten en in het vliegtuig is zinvol, omdat er dan geen sprake is van een optimale doorbloeding van de spieren. Je krijgt vaak gezwollen enkels en dikke zware benen. Bij het reizen in het vliegtuig komt door de lagere druk in de cabine daar nog het risico bij van het ontstaan van trombose. Reden te meer dus om de compressiekousen te dragen: ze verhogen de druk op de spiermassa en afvalstoffen worden adequaat afgevoerd. Zo worden zwelling en erger voorkomen.
Iwan Spekenbrink vertelt dat wielrennen een keiharde sport is, die door de begeleiding van het team als een proces gezien wordt. “Het aantrekken van talent dat past bij de stijl van werken van het team gaat altijd door. Het team bestaat uit renners van verschillende nationaliteiten, maar fietsen is wat hen met elkaar verbindt.” Spekenbrink benoemt dat team Giant Alpecin ambassadeur voor Duitsland wil zijn, onder andere door zich te focussen op talentontwikkeling. Men wil jonge mensen inspireren om te gaan fietsen en zich daarin te ontwikkelen. Het enthousiasme spat van zijn gezicht als hij hierover praat.
Rudi Kemna zegt het team naar een hoger niveau te willen tillen en Hans Timmermans (coach van het damesteam Liv Plantur) geeft aan dat hij graag de vele jonge rensters in zijn team goed op de rit wil krijgen. Om dit zo optimaal mogelijk te doen, werkt de begeleiding met een ‘performance plan’: doen we het goed? Is er een kleine verandering nodig of moeten we echt een hele andere aanpak kiezen om beter te presteren?
andere ruimte, waar journalisten de renners uitgebreider kunnen interviewen. Hier in de buurt is ook een persruimte ingericht, waar de opgenomen interviews direct verwerkt en gemonteerd worden, zodat ze zo snel mogelijk kunnen worden uitgezonden.


heel gemakkelijk, met een vliegtuig en mijn paspoort. Dat is pure vrijheid!




