Een maand of drie geleden kreeg ik last van een blessure: een ontstoken peesplaat op mijn linkerheup. Net toen ik enorm lekker aan het trainen was voor de Bruggenloop in Rotterdam. Die run kon ik dus wel vergeten en daar baalde ik verschrikkelijk van. Ik had me al zo vaak ergens voor ingeschreven en haakte dan uiteindelijk af omdat ik het toch niet zag zitten of niet genoeg getraind had. Dat was ook vervelend, maar wel mijn eigen keus. Dit keer liet mijn lijf me in de steek en dat vond ik veel erger. Het deed ook meer met me dan ik dacht.
Ik vroeg me af of ik ooit weer zou kunnen hardlopen zonder pijn, of ik ooit weer aan een run zou kunnen meedoen, al was het ‘maar’ vijf kilometer. “Misschien lukt dat me wel nooit meer” hoorde ik mezelf denken. Geen fijne gedachtes en weinig bevorderlijk voor een goed humeur. Ik beleefde immers veel plezier aan hardlopen en het idee dat je dat wellicht nooit meer kunt doen, is niet echt prettig.
Ik nam dus de verplichte rust. Niet tegen beter weten in tóch gaan hardlopen, maar verplicht mijn lijf laten herstellen. Ik ging wandelen, wat ik nu nog steeds wekelijks doe. En dan bedoel ik écht wandelen, niet die kleine rondjes met mijn hond. Nee, eens per week een flinke wandeling van acht á negen kilometer en stevig doorstappen. Inmiddels ben ik zelfs op het punt dat ik wandelen heel erg leuk vind.
Hardlopen deed ik afgelopen weekend weer, voor de tweede keer na de lange periode van rust. Vorige week liep ik mijn eerste pijnvrije rondje en afgelopen zondag bleef de pijn ook weg. Ik kon bijna vijf kilometer hardlopen! Ik heb wel enorm ingeleverd op het looptempo, maar dat maakt me nu even niets uit. Ik ben zó blij dat het weer gaat en dat ik geen pijn meer heb. Ik geniet er vreemd genoeg nu meer van, kijk meer om mij heen dan ik voorheen deed en ben ontzettend energiek en vrolijk als ik klaar ben.
Waar ik mezelf tot nu toe altijd doelen oplegde, heb ik ze nu niet. Ik had het nooit gedacht, maar ik vind het heerlijk. Ik sport veel minder dan ik de afgelopen jaren deed, maar ik denk dat ik nu meer geniet van wat ik aan sport doe. Waar zo’n blessure al niet goed voor is!
Die doelen komen misschien wel weer terug, maar bij kleine hardloopevenementen in de buurt kun je vaak op de dag zelf nog een startbewijs lopen, dus ik denk dat dat voorlopig een prima strategie is voor mij. Op de dag zelf kijken hoe mijn lijf aanvoelt en dan pas beslissen of ik meedoe.
Kortom, de druk is eraf. Druk die ik mezelf jarenlang heb opgelegd, omdat ik bang was te weinig te sporten als ik geen doel voor ogen had. Wat ook een rol speelde, was dat ik mezelf wilde bewijzen. Aan mezelf vooral. Het is bijzonder te ervaren dat het me eigenlijk uitstekend bevalt, ‘doelloos’ door het leven gaan.
Eind van deze week word ik 43, misschien komt de wijsheid dus inderdaad met de jaren?