Opruimen is een hype. Mensen krijgen blijkbaar steeds meer behoefte aan orde in hun leven. Waarom tref je anders bij de boekhandel een speciaal hoekje aan met allerhande boeken over het organiseren van je leven, het opruimen van je huis en hoofd en hoe je dat nu écht het beste kunt doen? Stapels boeken over het ordenen van je leven gaan als warme broodjes over de toonbank. ‘Opruimcoaches’ schieten als paddestoelen uit de grond. Ook de stroming van het minimalisme wint aan populariteit. Minder is meer. Al die spullen in je huis, die heb je echt niet allemaal nodig en je zult een gelukkiger mens zijn als je je halve huisraad weggooit of -geeft.
Fascinerend vind ik het. Hebben we zoveel behoefte aan rust en regelmaat? Hebben we het zo goed dat we veel te veel spullen kopen? Waarom ervaren veel mensen hun leven als ‘druk’ en zoeken we steeds meer naar manieren om letterlijk en figuurlijk ruimte te creëren?
Ik kan vaststellen dat ik wat betreft dit onderwerp mijn tijd ver vooruit was. Ik hield altijd al van opruimen en ik kan het ook goed. Hysterisch en neurotisch zou ik het zelfs kunnen noemen. Ik denk dat veel mensen in mijn omgeving mij als ‘netjes’ zouden omschrijven. Ik houd inderdaad van een opgeruimd huis. Ik functioneer gewoon beter als ik geen troep om me heen heb.
Zoals ik in een eerdere blog wel eens heb beschreven, vind ik orde in mijn hoofd ook prettig. In mijn hoofd is het nu eenmaal vaak druk. Prikkels komen ongegeneerd mijn hersenen binnen en het lukt me niet altijd om ze goed te verwerken. Ik denk veel, ik tob ook (teveel). Gek genoeg wordt mijn hoofd leger en mijn geest rustiger, als mijn huis netjes is. Niet overal rommel, stapels en uitpuilende kasten. Overzicht wil ik! Dat bereik ik alleen door dingen een vaste plek te geven en bovendien niet teveel spullen te hebben die eigenlijk geen functie of (emotionele) waarde hebben.
Als je werkelijk aan de slag gaat met systematisch je huis opruimen, zul je ook moeten weggooien. Ook dat kan ik goed en redelijk makkelijk. Ik twijfel eigenlijk zelden over dingen die ik weg wil gooien. Na een week vakantie waren we afgelopen weekend lekker uitgerust en zo vulden mijn man en ik zo’n 16 vuilniszakken met kleding en schoenen, van onszelf en van de kinderen. Kritisch kijken of je een kledingstuk écht nog gaat dragen. Zo niet? Weg ermee! Zo ook met schoenen. In mijn geval is mijn lijf de afgelopen drie jaar behoorlijk veranderd. De kleding in maat 40-42 was allang het huis uit. Toch hingen er nog allerlei dingen die uiteindelijk in de vuilniszak verdwenen. Met een ander lijf veranderde in de loop der jaren ook mijn stijl.
Gooien we dan echt alles weg? Nee hoor, natuurlijk niet. De zakken kleding gaan altijd in een speciale container bij de supermarkt, waardoor alles weer op een goede plek terecht komt. Toen we afgelopen weekend het tweede deel van de gevulde zakken gingen weggooien, stuitten we op overvolle kledingbakken. Blijkbaar waren meer mensen hun kasten aan het uitmesten. Naast de container werd mijn man door een oud dametje aangesproken. Of we de zakken met kleding niet bij haar wilde afgeven, ze woonde vlakbij. Ze zamelde allerlei spullen in voor arme mensen in Moldavië. Vijf minuten later stond haar gang dus vol met onze zakken kleding. Iedereen blij.
Dus nu is elke kamer van mijn huis extreem netjes en om door een ringetje te halen? Nee hoor, was het maar waar! Opruimen kost tijd en energie. Afgelopen weekend was het begin en hebben we een goede start gemaakt. Dat geeft een ontzettend lekker gevoel. Stap voor stap zal ik het hele huis aanpakken de komende weken. Er is echt nog genoeg te doen. Pas daarna zal mijn leven een oase van rust zijn. Altijd van tijdelijke aard helaas. Ook ik zoek naar manieren om structureel die orde te bewaren. En ja, die ‘opruimboeken’ staan ook bij mij in de kast. Nu nog lezen en ze daarna waarschijnlijk weggeven. Minder is meer tenslotte…
(Bron onderste drie foto’s: Pinterest)