De strijd met de berg…

zomer5-dekeutenberg-1

In mei dit jaar heb ik drie dagen genoten op de fiets in Limburg. De beklimmingen waren zwaar, maar de beloning van het uitzicht als je eenmaal boven was, bleek meer dan de moeite waard. Ook het afdalen vond ik fantastisch. Van te voren vroeg ik me af hoe ik het zou vinden, dat afdalen. Met welke snelheid zou ik de berg af durven?

Van een vriend kreeg ik een aantal tips die me zouden gaan helpen. Je handen onderin de beugels, goed opletten dat je trapper aan de juiste kant omhoog is en knijpen in je remmen alsof het een spons is. Die tips heb ik in praktijk gebracht. Daarnaast helpt het mij bij afdalen ook om goed achterop mijn zadel te gaan zitten. Daar ging ik Camerig af, wat was dit kicken! Goed vooruit kijken zodat je overzicht hebt en weet waar je heen moet sturen. Ik durfde met maximaal 50 km af te dalen. Best stoer vond ik dat! De klim Camerig op is ontzettend mooi (en lang), maar de afdaling des te leuker.

Maar om te kunnen afdalen, moet je zo’n berg dus eerst op. Elke keer weer die strijd. Hopen dat je fietsend boven komt, niet af hoeft te stappen omdat je buiten adem bent of je benen zo verzuren dat je uit moet klikken.

In oktober was ik weer in Limburg en ook nu stond ie op het programma: de Keutenberg. In mei had ik om het hoekje gekeken, zag de “muur” opdoemen en dacht: “Laat maar, dit hoef ik nog niet te kunnen”. Maar nu had ik veel meer kilometers in de benen, ik voelde me sterker.

We reden de weg op. “Oh god, aan het einde is de Keutenberg” dacht ik. Vastberaden besloot ik een mentale knop om te zetten en het gewoon te proberen. Afstappen kon altijd nog. Van anderen wist ik dat je meteen in het juiste verzet moet rijden, omdat je tijdens de klim niet meer aan schakelen toekomt. Met mijn compact betekent dit in mijn geval op het allerkleinste verzet naar boven zwoegen. Ook wist ik dat het eerste stuk het steilst is, dat er een bocht in zit en dat de weg op een bepaald moment weer afvlakt.
Verstand op nul, ademhaling controleren, schakelen naar het kleinste blad, zo licht mogelijk fietsen. Daar ging ik. Blik op het asfalt, vooral niet naar voren kijken. Het was ongelofelijk zwaar, helse pijn in mijn benen, maar het lukte. Eenmaal de hoek om zakte mijn snelheid naar 6, maar ik bleef doortrappen, duwen en trekken aan mijn pedalen, mijn stuur proberen recht te houden, niet zwabberen. Aan de zijkant van de weg zag ik een man in wielerkleding lopen met zijn racefiets aan de hand. Haha, die was dus afgestapt en ik reed nog! Hij riep: “Goed bezig! Hierna vlakt hij af!”. Ik begon te glimlachen. Ik ging het halen!

Eenmaal boven kwam mijn vriendin er ook aan. Euforisch waren we! Ik kon niet geloven dat ik dit gedaan had! De rest van de dag ging de trotse glimlach niet meer van mijn gezicht. Ik had de Keutenberg beklommen, 1,7 km lang en op sommige stukken een stijgingspercentage van meer dan 20%. Dit nam niemand mij meer af…

Klimmen is geweldig, afzien en genieten. Komend jaar dus de “echte” bergen in. Ik ga vier dagen fietsen in de Vogezen!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s