In het najaar van 2012 besloot ik te gaan hardlopen. Op de een of andere manier had ik in mijn hoofd dat ik dat niet leuk zou vinden. Toch werd ik elke keer als ik met mijn man mee ging naar een hardloopevenement gegrepen door de sfeer. Wat een respect had ik voor de lopers. Dat wilde ik ook! Hardlopen leek me zwaar, een confrontatie met jezelf. Achteraf bekeken denk ik dat mijn besluit om te gaan hardlopen de ommekeer in mijn leven betekende. Dit waren letterlijk de eerste stappen uit mijn comfort zone. Later zouden er nog vele volgen.
Op zaterdag zou ik beginnen. De avond ervoor had ik gezellig in de kroeg gezeten, niet echt slim natuurlijk. Op zaterdag werd ik dus enigszins brak wakker. Geen excuus, ik had besloten dat ik zou gaan starten met hardlopen, dus brak of niet, ik ging het doen. Lekkere uptempo muziek in mijn oren, de Nike app aan en gaan. Jeetje, dat viel mee zeg! Ik liep de eerste keer meteen drie kilometer en je raadt het niet: ik vond het nog leuk ook! Ik was er zelf nogal verbaasd over. Doordat ik al een paar jaar spinninglessen volgde in de sportschool, was mijn conditie gelukkig goed en dan blijk je dus ook te kunnen hardlopen.
De volgende dag voelde ik de spierpijn opkomen. Ai ai ai, dit was echt niet grappig. Wat een pijn in mijn bovenbenen. De dag erop was het zó erg, dat ik de trap nog wel op kon, maar eraf ging strompelend. Man oh man, wat een pijn; hels was het! Toch bleef ik hardlopen, werden de afstanden langer en mijn tijden langzaam beter. Al snel liep ik twee tot drie keer per week, door weer en wind. Regen, hagel, sneeuw, -8 graden, alles heb ik meegemaakt. Maar als ik van plan was om te gaan lopen, dan deed ik het; ik ben nooit afgehaakt en die mentaliteit heb je nodig.
In maart 2013 liep ik mijn eerste vijf kilometer wedstrijd bij de Voorschotenloop. Ik liep sneller dan verwacht. Doordat je met zoveel mensen loopt, ga je bijna vanzelf een hoger tempo lopen dan tijdens je training. Wat was ik trots op mezelf toen ik over de finish kwam.
Al snel kwamen de plannen om te gaan trainen voor een tien kilometer wedstrijd. ‘Dat kan ik nooit’ dacht ik voortdurend. Toch bleef het kriebelen. Ik deed in april de Singelloop in Leiden, zeven kilometer. Vooruitgeduwd door de geweldige sfeer daar ging het me redelijk makkelijk af. De gedachte of de tien kilometer toch haalbaar zou zijn bleef komen. En toen gebeurde het. Ik nieste en ik voelde iets verkeerd schieten in mijn rug. Een acute hernia was de diagnose. Negen weken letterlijk uit de running. Geen tien kilometer bij de marathon in Leiden. Frustrerend en teleurstellend was het! Ik lag zó mooi op schema namelijk!
Toen de hernia over was ben ik langzaamaan weer gaan hardlopen. Zelfs op zomervakantie gingen de hardloopschoenen in de koffer. In Oostenrijk hardlopen in de bergen, zwaar afzien, maar met adembenemend uitzicht als beloning. Hoogtetraining wierp zeker vruchten af, want in september 2014 liep ik mijn snelste vijf kilometer ooit. Euforisch was ik!
Begin februari dit jaar kreeg ik nieuwe hardloopschoenen voor mijn verjaardag, prachtige Saucony’s met een blok erin, zodat ik geen pijn in mijn enkels meer zou hebben. Ook meteen maar tubes erbij aangeschaft. Daarna heb ik het tijdens een training er maar eens op gewaagd: tien kilometer hardlopen. Aaneengesloten hollen lukte me nog niet, maar uitlopen lukte wel. Wauw, het bleek dus haalbaar! Ik kon gewoon tien kilometer hardlopen! Na twee keer die afstand te hebben getraind, deed ik op 15 maart mee aan mijn eerste tien kilometer wedstrijd tijdens de Voorschotenloop. Doel was aan een stuk door lopen en ongeveer binnen 70 minuten. En jawel, dat is gelukt!
Gister liep ik weer een tien als training en dat ging best lekker, een week na de wedstrijd. Komende zondag stap ik nog wat verder uit mijn comfort zone en doe ik mee aan de Zandvoort Circuit Run: twaalf kilometer. Vier kilometer over het circuit, vier over het strand en vier over de boulevard.
Een vriend van me begon erover: ‘Weet je waar je aan mee moet doen Merlijn? De Zandvoort Circuit Run, die is echt leuk!’ Ik vroeg hem hoeveel kilometer dat was. Twaalf dus. Pfff, zo schuift het elke keer op. Ik heb helemaal niet de ambitie om meer dan tien te lopen, maar dit klonk wel erg gaaf. ‘Als je tien kunt lopen, kun je twaalf ook’ zei de vriend. Op weg naar de wintersport heb ik me toen maar ingeschreven. Komende zondag dus D-day. En ik weet zeker dat ik dan ook weer denk wat ik altijd denk als ik zo’n afstand loop: ‘waarom doe ik dit? Waar ben ik in godsnaam mee bezig? Het is zwaar, het doet pijn en ik doe dit vrijwillig!’
Waarom? Omdat opgeven geen optie is. Omdat pijn fijn is. Omdat je er oersterk van wordt. Omdat je waanzinnig trots op jezelf bent als je zo’n prestatie hebt geleverd. Daarom dus…